United States or Luxembourg ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij drong dan den Patrijshond zonder complimenten ter zijde, ging op zijne achterpooten staan, legde de voorpooten en den bonten, gladden kop op mijne knieën, en eischte nu met het gewone 'hoe, goe, goe, goe' een stukje vleesch, dat hij zeer behendig en zachtjes met de voortanden van den vork trok.

Pallieter begon aan een ander boomken. Charlot volgde hem om de takken op te rapen. "Dat is goe stookhijt," zei ze. Maar rits! Een merel schoot in den hof, viel op het uiterste top van den knoestigen perelaar, pikte eens in zijn pluimen en zag toen rond. Pallieter zag hem zitten tegen de lucht, zwart gelijk een kool, met een rijspapgelen bek.

Mor 'k hem gedoecht," voegde z'er rap bij, "van Marieke, ma petekind, oek te verzuuke, mag ek?..." "Als ze goe kan ete," zei Pallieter, "lot ze dan mar kome, 'k wil da dink ook is zien ..." "Och 't is zoe schoe meske," zei Charlot vol bewondering, "en brijf gelak 'nen engel. Ze kan nog gin vlieg kwa doen, lot goe staan on ne mensch. Als z'er ieste kommune dêe ..."

Smul slikte en schrokte zonder opkijken en ook vader van Dalen had heelemaal geen tijd tot praten. Hij at zooals hij wrocht: zwoegend, de schouders scheef van inspanning. Hij kreeg het al spoedig benauwd en legde vork en mes even neer om als boer Dons zijn vest uit te trekken en ook zijn broekband los te knoopen. "Goe gedacht!" riep Dons, en knoopte insgelijks los.

Zij tobde en sprak er over met La, een groot deel van den dag; en 's avonds, na het eten, terwijl de beide knechts even vóór 't naar bed gaan bij den haard hun pijp zaten te rooken, onderhield zij er hen over, de stem bevend en de oogen vol tranen: "Ivo, en Vaprijs, 'k hope toch da ge mij alle twieë goe zil blijven helpen.

Daer nou mene zieltjeskoek . Maer wa wil ik er aen doen? zeét hem in zijn eige; 't is toch zoo. 'k Zal maer 'ene' nieve pollepel spijs in de pan doen, op goê val hetd uit. , hij doet , en weer aan 't kissen dat g'er de geeuwhonger zoudt van gekregen hebben al was 't g'in geen drij dage' geten hadde.

En waar zij liggen duister in de scheemring met hun vrouw, met hunne broers en zusters, maakt hij ze vast en moedig. De nacht geeft ze sterker aan het licht dan zij ze nam. Maria lag roerloos. De goê gedachten, die zij gehad had den dag, stijfden zich in haar, en werden en maakten haar vast.

Maar hoor, mijn beste vriend, ronduit gezeid: Lig verder weg uit liefde en voegzaamheid, Zóó ver, dat op dien afstand van een man Een eerbre maagd zich passend vlijen kan; Goê nacht! ik slaap met dit gebed steeds in: Standvastig zij tot 's levens end uw min! LYSANDER. Ik zeg er "amen" op; ja, wat verkeer', Mijn liefde blijft dezelfde. 'k Vlij mij neêr; Dat alle rust des slaaps nu bij u woon'!

De portaaldeur ging open en Van Belleghem verscheen op den drempel, breed en zwaar in 't schijnsel van den lichtkring. Ha! zij-je doar eindelijk! 'K miende da ge ginder ging blijve sloapen! lachte hij vettig. Fonske wou, ondanks Van Belleghem's aandringen, niet binnenkomen. Hij wenschte vluchtig goe nacht en haastte zich weg.

Zij snikte. Vaprijsken haalde den koffer van onder de voorbank, steeg op de trede en strekte in de duisternis onder de kap zijn hand uit. "Kom, boas, geef mij ou hand," hoorde Rozeke hem zeggen. En toen kwam een donkere, gebogen gestalte te voorschijn en zij hoorde eene bijna klankloos-heesche stem, die met zuchtende inspanning zei: "Hou mij goe vaste, mijn heufd droait."