Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 mei 2025
"Zou da' waar zijn?" riep Charlot verblijd en aanstonds eischte ze dat Marieke er uitscheidde met wasschen, want dat was niet goed en kon leelijke gevolgen hebben. "Wa zal Pallieter blij zijn as'm dat hoort! Lot mij het hem zegge, zolle, ik kan da' goe," zei Charlot. Pallieter ging met Pier en dezes hond over 't water, en dan op weg naar de Begijnenbosschen.
Ook aan zijn spreken merkt men dadelijk den zeeman op, daar hij tal van spreekwoorden in den mond heeft, van welke de meeste hun oorsprong aan het zeeleven te danken hebben: vele daarvan echter zijn spreuken uit vader Cats. "Goê morgen!" begint hij, toen hij zonder eenige de minste komplimenten binnentreedt. "Hoe maak je 't, Pieter? En hoe varen je kinderen? Wel seldrement! is dat zoeken.
Hij schudde zijn hoofd en weer staarde zijn blik, als schrik-verwilderd, vóór zich uit. "'K 'n kòst het ginter nie mier uithouen; 'k 'n kòst nie mier, 'k zoe d'r van verdriet gestorve zijn," hijgde hij. "Woarom?... was 't nie goe mier van 't eten meschien?... of kost ge tegen de lucht nie mier?" vroeg ze bedeesd. "Wilt-e nou al gauw iets eten?" riep ze eensklaps levendig.
Lach, Eva, lach dan toch met mij, Nu slapen wij veer stil en vrij, En gaan wij samen weêr ter rust, Maar eerst door u goê nacht gekust. Kom, schielijk mij nu achterna, Dan ziet gij 's ondiers eind weldra, Want, was haar loosheid ook al groot, 'k Verwon, en 't looze dier gaat dood!" "Houd, Eva, gij u nu eens stil," Sprak Spar, "en hoor eens wat ik wil!
En hij kittelde de kuiltjes van het wichtje, dat hem even met glanzend-blijde oogjes toelachte... Zijn leven werd heel kalm, heel stil, heel eenzaam. Hij werkte gansche dagen, sprak weinig, zat doorgaans, in zijn schaarsche rusturen, droomerig te peinzen en te staren, als verdiept in verre, verre gedachten. 't Kot hè hem goe gedoan," meenden de menschen. "Hij hè bereiw, hij es broave geworden."
"Wel kijk!" zeide Bouke: "geen jager zoo vroeg in 't veld, of de strooper was er nog vroeger. Moet je al zoo vroeg er op uit, Jonker?" "Laat mij gaan," zeide Joan: "laat mij gaan Bouke! ik heb haast." "Hei! hei! die haast wordt, haast ontwordt," hernam de oude dienaar: "'t zijn goê spillekens, die zacht draaien en lang loopen. Weet je wat, Jonker?
Er was hard gewerkt, de gansche week en de baas, over Theofielke tevreden, wilde hem nu eens een extra-belooning geven. Tusschen zijn vingers hield hij een vijffrankstuk, dat hij even aan Theofielke liet zien; en hij zei: "Kijk, Theofiel, omda ge van dees weeke goe gewerkt hèt. en niettegenstoande da ge mij nog veele schuldig zijt, goa 'k ou ne cadeau doen.
't Es ne veurvechter; ge zult doar loater van heuren! Dat hij zeu goe nie 'n woare veur zijn wirk w'hán hem al wel honder kiers wiggezonden..." Zieneken, Feelken de koewachter, het roze boerenhuisje met zijn eigenaardig binnen-stil-leven, het bloeiende boomgaardje, onder de hooge, donkere kruinen van 't kasteelpark... wat is dat alles toch al lang geleden...!
Met hooge schouders, als drie schuldigen, dropen de drie broeders af, Cordúla goe nacht wenschend, en trokken langs de zoldertrap naar boven. Toen Cordúla den volgenden ochtend reeds vroeg met Leontientje in het dorp voor Tante's deur aanbelde, berichtte de non met een bezorgd gezicht, dat het heel slecht ging met Tante en dat de dokter voorloopig alle bezoek ten strengste verboden had.
Verlinde! loech Vandoorn al uit de verte, gij zijt gaan wandelen, ge zweet eraf, drink een pot met ons om u te verkoelen. Baas, schenk hem een pinte, 'k heb vandage goê zaken gedaan, en hij sloeg met den mispelaar op tafel. Verlinde kon niet anders en hij zette zich bij met den schouder gekeerd naar Vanhoutte die niets en zegde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek