United States or Sri Lanka ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Wa belieft er ou, miester?" vroeg Rozeke met een kleur, als altijd in 't begin, door zijn deftigheid geïmponeerd en hem niet goed begrijpend. "Of gij nog wel meer zulke dingen ontvangen ebt?" herhaalde de schoolmeester met nadruk, eenigszins geërgerd dat zij niet dadelijk zijn mooie taal verstond. "Joa ik, miester, nog al wa poskoarten mee santjes op," antwoordde Rozeke. "Wilt-e z'euk zien?"

En hoe es 't thuis mee voader?" vroeg hij verward door elkaar. En dan weer angstig tot het paard, dat ongeduldig trappelde en weg wou: "Hou hou, Bello, hou hou...!" Wilt-e moar instappen, Leontientje; mijn peird 'n es den trein nie geweune. Es da ou kofferken! Geef moar hier, 'k zal 't onder de bank steken."

Wilt-e nie wat eten of drijnken?" vroeg ze goedig, niet wetend waarmede haar dank te betuigen. En ook vader en moeder en La kwamen aandringen, maar reeds waren de reizigers weer in den lagen, langen, grijs-bestoven wagen gestegen, die ook dadelijk oorverdoovend weer begon te bruisen en te trillen.

Wilt-e mij pardonneeren en vergeten? 'K zal veurtaan mijn verstand gebruiken en ou nie mier lastig vallen; 'k beloof het ou." En met stil-triestige oogen keek hij haar in den zachten maneschijn weer aan. Zij glimlachte en stak hem, zonder wrok, de hand ter verzoening toe. Sprakeloos, hij nog gansch ontroerd en bevend, kwamen zij in huis terug.... 't Was uit.

Rozeke had hem nog nooit zoo boos gezien, zij vloog ingelijks uit het bed, trok hem van 't venster weg, riep op haar beurt in den helderen boomgaard, waar Vaprijsken, steeds brieschend onder het razend geblaf van den hond, bonzend en struikelend van boomstam tot boomstam rondzwenkte: "Vaprijs! zij-je nie beschoamd! Wilt-e ne kier beginne zwijgen en noar ou bedde goan!"

En eensklaps moed-vattend, met een schuw-schichtigen blik op Cordúla, die maar aldoor stom en stug en roerloos stond te luisteren: Hawel, zuster, wilt-e gij 'n eitsje koken? 'K zal in de kelder om bier goan?" Plotseling slaakte Leontientje een kreet: O, mon oncle Constant, mijn blommen, mijn blommen, woar zijn toch al mijn scheune blommen!" Ou blommen!" riep Standje, die eerst niet begreep.

"Allons, nu gaan wij ook weg," zei jonkvrouw Anna. "Veel geluk in uw leven, Rozeke; en gij," sprak ze tot Alfons, "gij moet altijd goed en zacht en lief voor haar zijn." Rozeke liet Alfons staan om even met haar lieflijke beschermster mee te loopen. "Wilt-e nie 'n beetse binnenkomen, mejonkvreiwe en meniere?

Wilt-e kier tellen?" vroeg de oude boer aan Alfons, terwijl hij zich trotsch op zijn stoel achterover uitrekte. Opnieuw was er een korte stilte, terwijl Alfons langzaam, met mond en vinger, de stukken natelde.

Het lokte almachtig-verleidend, als een zacht en stil lavend fonteintje, en eensklaps richtte Leontientje zich half overeind en riep uit: O wa 'k toch goeste om doar in te goan: Nonkel Constant, wilt e mij liere zwemmen!" Wa zegt-e doar!" riep Standje verbaasd. O! in 't woater goan, mee die woarmte! Keunt-e gij zwemmen, nonkel Constant, en wilt-e 't mij lieren?"

Help mij iest die woagen wa noar veuren douwen," zei Standje. Standje trok en Pierken duwde en de wagen rolde wat vooruit, in een zwaar hossebossen van zijn wielen. Baron, de oude waak-en-karn-hond, die naast de "loeze" lag, begon even sehor te blaffen. Wilt-e zwijgen, loebas!" bromde dreigend Standje. De bond kroop kettingsleepend, met hangende staart en ooren in zijn hok terug.