United States or Palestine ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik wil niet maken, dat uw naam op een profane wijze genoemd wordt met den mijne. En gebeurt dat? Ja ... Zij glimlachte. Dat kan mij niet schelen. Maar dat moet u kunnen schelen; al is het niet voor uzelve, dan voor ... Hij zweeg; zij begreep hem, hij bedoelde hare kinderen, zij haalde hare schouders op. En waarom nu niet goed voor u? Omdat men niet zoo dikwijls gelukkig mag zijn. Wat een sofisme!

Hier glimlachte Lady Elizabeth Devereux. Een gazen coiffe, parelen keurs, roze puntmouwen. Een bloem in haar linkerhand, in haar rechter een geëmailleerde keten van witte en roze rozen. Op een tafel naast haar een mandoline, een appel. Groote groene rozetten op haar kleine puntige schoentjes. Hij kende haar leven en de zonderlinge geschiedenissen over haar minnaars.

En Dionyzius ontdeed Charis van den mantel, die haar geblinddoekt hield. Waar ben ik? vroeg zij angstig, terwijl hij haar hielp af stijgen. Bij mij, glimlachte Dionyzius. En zeg mij nu, jonkvrouw, wie zijt gij? Ik ben, zeide argeloos Charis; Charis, de dochter van Menedemus uit Hypata... De dochter van Menedemus!! riep hoogst verwonderd Dionyzius uit.

Eerst glimlachte ze, daarna keek zij peinzend, en toen zij een klein briefje tegenkwam van de hand van den professor, begonnen haar lippen te beven, de boeken gleden van haar schoot, en zij staarde op de vriendelijke woorden, alsof zij een nieuwe beteekenis voor haar kregen, en een teer plekje in haar hart aanraakten.

Na zijn vlucht durfde hij de hut niet weer te naderen, maar eindelijk overmande hij zich om de informatie te bekomen, die hij noodig had. Dit is toch alles eenvoudig en duidelijk." Holmes glimlachte en schudde het hoofd. "Het schijnt mij toe, dat er een maar is, Hopkins, en dat wel, omdat de oplossing totaal onmogelijk is. Heb je wel eens getracht een harpoen door een lichaam te drijven? Neen?

Ze staalde hare geheime inzichten in die zekerheid en overwon hare zinnelijke zwakheid. Ze schudde haar hoofd. Ze glimlachte bitsig. Ge doet weer laf, zeide ze droevig, ge doet altijd laf. Hij ging vóór den spiegel zeer onverschillig zijn halsboordje strikken en hersnoerde zijn das. Hij begreep dat ze te veel van hem had afgekeken.

't Was 'n aardig jongetje en we begonnen te praten met 'm. En toen hij vertelde, wat hij allemaal van z'n leven verwachtte, en wat hij voor iedereen wilde doen, toen merkte ik, dat ik glimlachte, onwilkeurig, omdat ik 't niet geloofde. Er is heel veel, dat 'k niet meer geloof." Zij liepen zwijgend den weg terug.

Dit was het vreemde, dat hij geen zwaard vasthield, maar bloemen. Ze aanschouwde het gelaat van den paladijn. Het glimlachte als in den slaap. De droom was in zijn oogen, en zijn mond was gesloten. Hij luisterde niet naar het juichen der makkers. Zij ging naast zijn paard. Zij streelde de bloemen en de handen, die de bloemen droegen.

Zij glimlachte een weinig weemoedig, zich over het hemdje bukkend en den zoom met haar nagel dicht persend; zij glimlachte er over, dat iedere illuzie, de minste zelfs, verstoof, terwijl heur leven voortrolde en de toekomst, waarvoor zij in een grooten, geheimen, onzegbaren angst vreesde, steeds week voor de eentonige werkelijkheid en nu, nu rilde zij, nu rees weder dat bange voorgevoelen in haar ziel, als een gesluierd spook; hun zou iets overkomen; een, niet af te wenden, ramp zou hen verpletteren.

Het was geheel wit en op den rug stond in zilveren letters te lezen: »In mij is de wetenschap, de waarheid, de wijsheid. Wie mij bezit zal gelukkig zijn tot het einde zijner dagen." Met bevende handen vatte Hamet het boek aan en deed het open. Maar teleurgesteld keek hij den Derwisch aan, toen hij slechts witte perkamenten bladen zag. De Derwisch glimlachte.