United States or Sudan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bij het einde der weilanden, op de zelfde plek, waar Charis mij had binnen geleid, sprong ik over de heining, draafde ik langs de rivier, even slechts te raden met huiverig bleeken afglans, draafde ik, draafde ik voort, Charis steeds liggende over mijn rug, hare armen vast om mijn nek. Hoe lang ik draafde? Ik weet het niet! Waarheen ik draafde? Ik wist het niet.

Het landhuis van Menedemus.... Het omsingelen...? Ja en zijn dochter schaken.... In ontzetting was ik opgerezen. Ik begreep, dat zij niet wisten, dat Menedemus' landhuis was behekst geworden, in de lucht geheven, vernietigd! Ik begreep, dat zoo zij het op Charis voorzien hadden, een hun gunstig noodlot Menedemus' dochter op hun weg had gevoerd! Ik begreep, dat geen tijd te verliezen was....

Toen was het een meer en het lag overladen met lotus en het herinnerde mij aan dat andere meer, aan die kreek, waar ik ter overzijde Charis gezien had, maanden, ja maanden geleden... Door het hooge riet en de lotusbloemen stak ik het lage water over. Ik weet niet waarom ik zoo ging, doelloos, maar er was iets, dat mij lokte....

Een vreemde ijdelheid welde op in mijn menschehart: een ijdelheid om mijn ezelevorm, die zoo volmaakt was en zoo verfijnd. Ja werkelijk, nooit had ik een dergelijken prachtigen ezel gezien als ik zelve was en zoo heel ongelukkig om mijn dierevorm kon ik mij niet meer voelen, vooral nu ik wist, dat Charis mij lief had.

En ik, ik staarde haar toe. Zij zag mij niet, half verborgen als ik mij hield in het riet. Mijn hart klopte op naar mijn keel, ik bedwong met de handen het razende kloppen, ik voelde mij duizelig van geluk en bezwijmden van zaligheid en ik opende mijne lippen en wilde roepen: Charis... Maar rauw riep ik slechts: Ha...hi!... Hi...ha.... Mijn roep verloor zich over het water, in lucht en licht.

Er waren daar tapijten gespreid; er waren groote kussens gestapeld. En Charis, met de wondermeesters, deed er mij zitten, zoo als dezen meenden, dat zij het mij hadden geleerd; op mijn achterdeel en met de twee voorpooten gestrekt. Ik deed het deftig, als een geleerde ezel het zoû hebben gedaan en Menedemus en de broeders en de neven lachten. Zij zetten zich om ons rond.

En Chersonezus' deed Charis zitten op een marmeren troon, zette zich aan haar zijde en vroeg: Zeg mij nu, edele Charis, hoe kan ik u of uw bruidegom helpen? Door hem zijn spraak terug te geven, o Chersonezus! zei Charis. En met zijn spraak ook een menschelijken vorm? Dat niet, o Chersonezus, want zijn vorm is mij dierbaarder dan welke vorm ook zoû zijn....

Maar plotseling zag ik tusschen Meroë en mij als een vizioen op rijzen Charis, zoo blank en lieflijk zuiver en ik deinsde terug... Meroë richtte woedend zich op. Weiger je, riep zij; mij te geven wat ik wensch en wat je gunt aan wie ook op je weg? Ja! riep ik. Zij richtte zich met een schreeuw omhoog en strekte haar onmachtigen schepter uit.

Maar uit het landhuis, op muziek ook van fluiten en cymbels, kwam mij Charis te moet. Zij was omringd door haar vader en broeders en neven en hare maagden dansten om haar en jubelend liep zij mij tegen. O mijn Charmides! riep zij. .... Hoe wist zij mijn naam toch....? O, mijn Charmides, mijn held en mijn heerlijkheid, ben je daar eindelijk, genezen en zoo krachtig en schoon!

En terwijl ik wel de hevige ontsteltenis zag der mannen en der maagden om dien walging en weêrzin wekkenden, afgebeulden, wonde-bloedenden ezel, die daar bij de heining tusschen de windekelken te staren stond, naderde Charis mij en voelde ik, bezwijmelende van geluk en verrassing, de heining tusschen ons, hare armen en sluiers in een omhelzing rondom mijn ezelenek....