Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 mei 2025


Laat hem bevelen alles in gereedheid te brengen. De jonkvrouw heeft tot nu toe geduld geoefend maar het zoû haar kwaad doen haar langer nog te laten wachten.... De twee jongere wondermeesters gingen. Borstel hem nog eens, beval de oudste. En de slaven borstelden mij. Ik stond geduldig, zoo als een man geduldig zit voor den spiegel bij den barbier.

Ik begreep uit der wondermeesters woorden, dat door de betoovering haar geest verzwakt was, dat ook haar teedere lijf geleden had in de winterlange afwachting van den bruidegom, die eindelijk, onverwachts, gekomen was in mijn vorm van schurftigen ezel.

Ik had nu evenveel schik in hen als zij hadden in mij en opzettelijk deed ik eerst of ik niet hun noodiging begreep. Kom Charmides, schertsten de drie wondermeesters. Eet de pastei! Drink den wijn! En, met hun slaven, schudden zij steeds van het lachen, om mij, ezel Charmides! Ik speelde mijn rol van ezel, die geleerd, die gedresseerd werd.

Duld, o Charis, dat wij Charmides voeren waar hij de liefdevolste zorgen zal ondervinden! Ja, riep Charis. Ja, wondermeesters! Geneest mij Charmides' wonden! Huwen zal ik hem, zoodra hij weer krachtig is, o mijn liefde, o mijn held, o mijn heerlijkheid!!

Ik werd hevig ontroerd in mijn hart. Iets sterkers dan mijn verstand dwong mij mijn ezelebek te openen; ik wilde "Charis!" roepen en riep: Ha....hi!! De drie wondermeesters barstten uit in onbedaarlijk gelach. Hij roept mij! Hij roept mij! riep Charis opgetogen. O, wreede wondermeesters, die mij verhinderen mijn held en bruidegom te omhelzen! O wreede scheiding!

Hij drinkt! riepen de wondermeesters en hielden de buiken zich vast en de slaven krompen van het schaterlachen. Toen tastte ik met mijn groote ezeltanden voorzichtig naar de pastei, knabbelde er een stukje van, kwam weêr terug naar mijn beker.... Hij eet! Hij drinkt! Hij eet en drinkt als een mensch! riepen de wondermeesters en slaven. Als hij maar niet.... fluisterde plotseling de oudste.

Zegt mij, gij zonen van Hermes en Aesculapius, wondermeesters, geneesheeren, zegt mij, wat nu te doen!! En in wanhoop wenkte Menedemus drie Frygiesch gemutste heeren nader en stond, in radeloosheid voor hen, de armen wijd. Heer, zeide een van hen, een grijze, waardige in langen tabbaard. Wij kunnen niet anders dan Charis laten in den waan, dat zij haar bruidegom heeft gevonden.

Tot ziens, tot spoedigen ziens, tot spoedige beterschap, o mijn Liefde! Zoo riep Charis en de maagden voerden haar weg en de wondermeesters schudden steeds van het lachen terwijl hunne ronde mutsen als schelpen en hoornen tegen elkander bonsden en bogen. En ik, die mij belachelijk wist in hun oogen, ook al had Charis mijn gebalk aan gehoord voor haar naam, beloofde mijzelven nooit meer te balken.

Er waren daar tapijten gespreid; er waren groote kussens gestapeld. En Charis, met de wondermeesters, deed er mij zitten, zoo als dezen meenden, dat zij het mij hadden geleerd; op mijn achterdeel en met de twee voorpooten gestrekt. Ik deed het deftig, als een geleerde ezel het zoû hebben gedaan en Menedemus en de broeders en de neven lachten. Zij zetten zich om ons rond.

En zij fluisterden meêwaardig onder elkaâr en ik hoorde Menedemus tot de wondermeesters zeggen: Wanneer onttoovert ge mijn dochter dan eindelijk, dat zij ziet, dat zij verliefde op een ezel, verloofd is met een ezel? En de wondermeesters schudden bedenkelijk met de hoofden en de Frygische mutsen.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek