Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 mei 2025
En, eens dat eene aan 't vallen is, de stervenstijd van allen is gekommen: geen een blomme en kan't meer houden: 't goud is uitgebrand. O goudenregen, heel en al het jaar, zoo heet gij regenval; doch regenval van goude, aleer het meien zal, en zijt gij meer. 'k Verlange al, eer de maand daar is weêromme, en tend de hoven, frisch; vol goudeware en zonneschijn geregend door uw' blommen, zijn.
De wereld mist dat nu: ze treurt en, langs de lanen, daar 't eenmaal blommen droop en druipen nu maar tranen; daar 'k eenmaal stemmen hoorde en vogelzang, en ziet mijne ooge onschoonheid maar en sprakeloos verdriet. Dat 't schaduw nu nog ware en wolken, daar de winden, zoo in een schapentrop de honden, weg in vinden, en bleve een plekske vrij, dat blauw is, hier of daar!
En eensklaps moed-vattend, met een schuw-schichtigen blik op Cordúla, die maar aldoor stom en stug en roerloos stond te luisteren: Hawel, zuster, wilt-e gij 'n eitsje koken? 'K zal in de kelder om bier goan?" Plotseling slaakte Leontientje een kreet: O, mon oncle Constant, mijn blommen, mijn blommen, woar zijn toch al mijn scheune blommen!" Ou blommen!" riep Standje, die eerst niet begreep.
geen rimpelken in 't lief gelaat des waters, dat vol blommen staat; geen wind, geen woord: rondom gespreid, al schaduwe, al stilzwijgendheid! Dan, diepe, diepe in 't water, blauwt, half groen geblest , de hemelvaut; en, priemend' hier en daar vergaat een langgesponnen zonnedraad. Hoe eerbaar, edel, schoone en fijn kan toch eene enkele blomme zijn,
"Kom an!" hernam hij, "da's etzelfde; de dames zijn onze beste klanten voor de blommen; maar as we 't van de blommen hebben mosten! "Maar waar drommel moet je 't anders van hebben?" "Wel, van de bollen," zei Barend; "de blommen beteekenen nies. Dat is armoed.
Blâren moet ge en blommen schieten, vol de vaten ommegieten uwer zalven, en voortaan, hagedoornen, bloeien gaan! Slaapt gij nog? De bien ontwekken, langende om uw zeem te lekken; 't vogelken zoekt, nestgezind, waar 't uw vrije daken vindt! Slaapt gij nog? De zangermonden, zullende uwen lof verkonden zoo gij wakker wordt, ze slaan reeds hun liefste leisen aan! Slaapt gij nog?
Nog eer de blâren schieten, in 't hofbeluik , hoe geren zie 'k uw' sprieten, o perenstruik; hoe geren zie 'k uw takken vol blommen staan, vol perels, al in pakken eer ze opengaan! En mochte ik maar, zoo even, door Gods beschik, u, peretakken geven nen toovertik; 't en zou geen pere krommen uw hout, voortaan: veel liever zie 'k de blommen, eer ze opengaan.
De moeder, al haar gedachten nog bij een twisterig gesprek over Sien's vrijer, vroeg alleen, ontevreden: "Waar kom jij vandaan? Kun je nog later komme?" Maar Ant, die Sprotjes ingehouden-opgewonden gezicht zag en hoe dat nu stug tezaam trok, zei troostend: "Allé, meid, wat mankeert je?...." "Heere bewaar ons!" giechelde Sien, "kijk die d'r blommen 's buiten zetten vandaag!"
Bermhertigheid voor 't schamel wied, eilaas, dat ge al te ongeren ziet: aanschouwt hoe 't, ja, de steenen, de vuile brokken, daar 't geweld der steêlie'n meê den buiten kwelt, komt zedig groen verleenen. Aanschouwt, op elken staf, hoe lief elk distel hoofd zijn' blommen hief, geheel of half maar open; hoe net, van niemand aangeraakt, een' krage om elke blomme blaakt, vol verschen dauw gedropen.
En 't volk dat al die dingen maar niet begrijpen wou!..... maar de blommen, zei de hovenier, ja, die hielden zich goed bij hem, nog nooit een jaar gehad van zooveel rozen, de tuinknecht kon het getuigen, 't was een lust voor de oogen, nee, maar een lust was het; overigens was het verdrietig..... Maar ze waren toch niet alleen, in Gelderland en Friesland beloofde de oogst ook niet veel had Floralia verteld.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek