United States or Uruguay ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen zij eindelijk tot bedaren kwamen vroeg Vaprijsken, nog half ongeloovig, om het bankbriefje te mogen zien; en hij werd stil van eerbied terwijl Alfons het als een heiligdom te voorschijn haalde en het hem van verre liet bewonderen. "Nondedzju!" riep hij, de tabakspruim, die hij kauwde, als van wellust in zijn mond omkeerend.

"Hij'n wilt ou smeirige peuten niet!... dat't nog van 'n meiske woare!" spotte Vaprijsken, die de blikken van den jongen man op Irma Pese wel gemerkt had. En hij riep naar de dikke deerne: "Toe, Irma, gee gij hem e-kier 'n handsjen!"

Moeder had het onuitvoerbare van haar al te radikale plan al spoedig ingezien, Vaprijsken was tot reden en bedaren gebracht en Smul werd voorloopig met rust gelaten. Zelve was moeder ten slotte voor Rozeke een nieuwe meid gaan zoeken, een van verre; een "uit den bosschen", zei moeder, zoodat ze niets met al 't gescharrel en geknoei der laatste tijden zou te maken hebben.

Tusschen Smul en Vaprijsken was het toen tot een bepaald gevecht gekomen; het knechtje ging reeds met pak en zak denzelfden avond weg; en Smul, niet wetend meer op wie zijn razernij te koelen, was woedend en scheldend weer op haar afgekomen en had, met de beide vuisten voor 't gezicht, gedreigd haar plat te slaan, indien ze zich nog ooit met zijn zaken durfde bemoeien.

En zij begon scherp uit te varen tegen Smul en tegen 't Geluw Meuleken, zelfs tegen Vaprijsken en tegen alles wat, vooral sinds Alfons' dood, op 't hoevetje gebeurde. "'t Es 'n schande! herhaalde zij voortdurend, "'t schijnt dat 't al aan d'euren van de páster es gekomen, en as er den b'ron of mevreiwe van heuren, zilt-e moete verhuizen!"

De vaste tegenwoordigheid van Smul kwam haar niet langer meer voor als een steeds dreigend gevaar, alles bleef natuurlijk en gewoon zijn kalmen gang gaan, hij poogde zich geen rechten aan te matigen die hem niet toekwamen en ook met 't Geluw Meuleken en met Vaprijsken verkeerde hij op goeden voet; en weldra genoot ook Rozeke iets van de rust en zekerheid, die door Smuls flinke en krachtige bekwaamheid op Alfons' gemoed heilzaam werkte.

"Nie, loat Smul doarbuiten!" riep eensklaps kortaf Rozeke, zich onverwachts in het gesprek mengend. Verwonderd keken allen op. "Woarom niet?" vroeg Alfons. "Wel, omdat 't weer al onneudige onkosten zijn; omda ge da toch zelf euk wel keunt doen, gij of Vaprijsken," antwoordde zij ietwat wrevelig. Zij wist het zelve niet waarom ze zoo plotseling opstoof; die naam van Smul had het gedaan.

In 't kort trajectje op de spoor vielen Rozeke's oogen toe en zonk zij weg in slaap. Alfons, met hare hand zacht in de zijne voelde eveneens een loome slaaplust in zijn hersens suffen; en hij hoorde nog te nauwernood, in 't knarsend-ruischen van den trein, het lachgepraat van La en Vaprijsken, die elkaar met grapjes trachtten op te winden.

Langzaam, in stil gefluister van woorden, werd de kist over een stroo-laag op den wagen geschoven. Smul en Vaprijsken gingen er rechts en links, als wakers, naast zitten. Boer Lauwe's paardeknecht tilde zich op den rug van een der paarden; en langzaam, stapvoets, in plechtige stilte door den kleinen stoet van familieleden en buren gevolgd, reed de wagen van het erf.

Smul liep sprakeloos en somber, als een bruut, over het erf, Vaprijsken was aan den drank, werkte niet meer, sprak van weggaan en in haar radeloosheid had Rozeke haar ouders te hulp geroepen.