United States or United States Virgin Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Moeder Van Dalen en La, die meetje zou zijn, verbleven op het hoevetje de laatste dagen vóór hare bevalling, en ook Rozeke's vader en haar broeders kwamen, en weldra verscheen ook de jonge barones, met mooie geschenken voor de moeder en het kind.

Toen de dokter, in allerhaast door Smul te paard gehaald, op het hoevetje aankwam, was de zieke weer wat bijgekomen en lag kalm, bleek en roerloos als een lijk, op het bebloede hoofdkussen. De eerste rimpels van zorg en vroegtijdig verflensen groefden zich gedurende dien droeven winter onuitwischbaar op Rozeke's eertijds zoo frisch en zacht gelaat.

En zij begon scherp uit te varen tegen Smul en tegen 't Geluw Meuleken, zelfs tegen Vaprijsken en tegen alles wat, vooral sinds Alfons' dood, op 't hoevetje gebeurde. "'t Es 'n schande! herhaalde zij voortdurend, "'t schijnt dat 't al aan d'euren van de páster es gekomen, en as er den b'ron of mevreiwe van heuren, zilt-e moete verhuizen!"

Een zwarte non met glinsterend-blanke vleugelkap stond aan haar zijde, dichtbij een bruin fauteuil-wagentje met elastieken banden. Rozeke's keel kneep van emotie toe en tranen kwamen onweerstaanbaar in haar oogen. O! wat zag ze er geel en mager uit! wat was ze nog verouderd en afgevallen sinds den dag dat Rozeke haar voor 't laatst op 't hoevetje gezien had!

De vroege avond begon reeds te duisteren, vaal en triestig, van een doods-benauwende melancholie in al dat natte en vuile en slappe van den grauw-stervenden dag, toen hij eindelijk weer aan zijn hoevetje kwam.

Die overvloedige sproetjes en die heele lichte oogen vond moeder buitengewoon leelijk, en dat stelde haar eenigszins gerust voor de toekomst van wege geknoei met de knechts. Zij heette Meleken. En weer ging eindelijk op het hoevetje het vlijtig, alledaagsche leven zijn gewonen gang. De oogst was begonnen, het vlas was reeds weg en nu was men overal aan 't pikken van de rogge.

Na de vele, vermoeiende en vervelende, maar gelukkig niet langdurige beslommeringen van overname en inrichting, betrokken zij eindelijk in het begin van Januari hun dierbaar hoevetje; en dadelijk daarna, op Driekoningen-avond, had de "overhaal-feeste" plaats. Alfons en Rozeke hadden de gelukkige kans getroffen bijna alles van boer Dons, den vorigen pachter te kunnen overnemen.

Zij dacht aan Alfons en een zee van leed woelde weer uit de diepten van haar binnenste de tranen tot haar oogen op. Ach, dat hij 't toch niet beleven mocht: zijn vrouw, zijn kinderen, hun welvaart op het hoevetje, hun aller kalm geluk in 't schoone, vreedzaam jaargetijde, de welverdiende rust na 't harde werken van den ganschen zomer! Een droeve plooi kwam om haar mond; zij schreide in stilte.

Zoolang hij kalm en rustig bleef, voelde hij zich tamelijk goed, doch bij de minste inspanning begon hij weer te hijgen, te kuchen en te hoesten en dagen lang waren er dan noodig om hem opnieuw op zijn verhaal te brengen. 't Zal moeten slijten, had de dokter gezegd; en nu hij toch zulke goede hulp had aan Smul en alles weer voorspoedig ging op 't hoevetje, nam hij zijn lot nog al geduldig op.

Enkele dagen na de laatste bijeenkomst op het hoevetje met haar beminde, was de jonkvrouw in verrukking Rozeke de gelukkige tijding komen mededeelen; en sinds dien dag had Rozeke haar voorname bescherm-vriendin ook niet meer teruggezien. De adellijke familie was op reis geweest, had daarna veel gasten ontvangen en veel drukte gehad met de toebereidselen voor het aanstaand huwelijk.