Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juni 2025


Waar treft men elders, ik zeg niet, in geheel Europa, maar in de geheele wereld, de stad aan, waar iemand, wie hij zij, burger of vreemdeling, aan een hem onbekenden man, dien hij te voren nooit gezien, van wien hij te voren nooit gehoord heeft, maar dien hij, op den hoek van de straat, uit zijn pothuis roept, een som gelds ter bezorging, een wissel ter ontvangst, een bankbriefje ter verwisseling kan toevertrouwen, zonder dat hij eenige vrees behoeft te koesteren voor schade of bedrog?

Ze zou ook genieten van den vroegen morgen en uitrijden in de uchtendkilte. Ze zou ook links en rechts binnen gaan, toevallig. Ze zou ook bijten in zoo'n taartje, met volle tanden, en ze zou trek hebben ernaar. Nu had zij geen trek. Ze had ook geen geld te vele. Ze had, buiten enkel klein zilver, het bankbriefje dat voor Romaan en zijn kindeken bestemd was. Geld van moeder.

De oude vrouw zag dat hij in zijn zak tastte, er een koker, een schaar en garen uitnam, toen de voering van een zijner rokspanden lostornde en uit de opening een geelachtig stuk papier nam, dat hij openvouwde. De oude vrouw zag met ontzetting dat 't een bankbriefje van duizend francs was. Het was het tweede of het derde, dat zij in haar leven gezien had. Verschrikt liep zij weg.

Toen zij eindelijk tot bedaren kwamen vroeg Vaprijsken, nog half ongeloovig, om het bankbriefje te mogen zien; en hij werd stil van eerbied terwijl Alfons het als een heiligdom te voorschijn haalde en het hem van verre liet bewonderen. "Nondedzju!" riep hij, de tabakspruim, die hij kauwde, als van wellust in zijn mond omkeerend.

Slechts een oogenblik heeft er in de donkere oogen van den jongsten broeder iets geflikkerd, 'twelk strijd verried bij het zien van dat bankbriefje van veertig gulden. 't Is echter een schier ondeelbaar oogenblik geweest.

"Een kroeg! Nooit!" "En ik zeg u, dat ge Thénardier zijt." "Ik loochen het." "En dat ge een schoft zijt. Ziedaar." En Marius nam uit zijn zak een bankbriefje en wierp 't hem in 't gezicht. "'k Dank u! Vergeef mij! Vijfhonderd francs! mijnheer de baron!" En verward buigende, greep de man het biljet en beschouwde het. "Vijfhonderd francs!" hernam hij verstomd.

Zij ging met haar bevende hand in een mandje, dat het jong begijntje in een kast voor haar gaan halen was en nam er van onder een kerkboek en een sleutelbos een bankbriefje van honderd frank uit. "Ha moar nichte Begijntje, 't es te veele!" riep Alfons gansch ontroerd. "Neem moar, neem moar,... moar 'n verlies het niet, en... en vergeet ulder belofte niet...." zei nicht Begijntje.

Den volgenden morgen vond de grijsaard op zijn nachttafeltje een bankbriefje van duizend francs, met deze woorden, door vader Madeleine geschreven: "Ik koop uw kar en paard." De kar was gebroken en het paard dood. Fauchelevent genas, maar behield een stijf been.

't Kon nuttig zijn, dien man te doorgronden. Daarmede begon hij. Thénardier had het "echte bankbriefje" in zijn zak doen verdwijnen en aanschouwde Marius met schier teedere zachtheid. Marius verbrak de stilte. "Thénardier, ik heb u uw naam gezegd. Wilt ge nu, dat ik u het geheim zegge, 't welk ge mij kwaamt mededeelen? Ook ik heb mijn inlichtingen. Ge zult zien, dat ik meer weet dan gij.

Stom-gapend van verbazing stonden La en Vaprijsken hen aan te kijken, tot Alfons hen eindelijk met zich meetrok in een eenzaam zijstraatje, waar hij hen, nog steeds om de beurt lachend en huilend, het verhaal deed van den heiligen Tobias en van het bankbriefje van honderd frank, telkens in hortende woorden smeekend dat zij er toch niet om lachen zouden, want dat nicht Begijntje veel te goed en veel te lief was om bespot te worden, en telkens zelf weer in overweldigende lachbuien uitproestend, hoe langer hoe erger, naarmate La en Vaprijsken, die eindelijk de toedracht van de zaak begrepen, ook in dolle uitgelatenheid hun wilde pret uitschaterden.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek