United States or Gibraltar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ze joelden onbekommerd voort ondereen en binnen hielden zij den sterken vrede en de verwachting van een langen, stillen rustedag, die al zoo goed begonnen was. Voor den eersten keer van al den tijd dat ze huishielden en jongens kweekten, hadden Ivo en Dille vandage niet genoenmaald.

De spoelen gletsten vlijtig en de latten schrankten en 't stuk blauw-en-rood geperkte doek groeide trage, trage achter 't slaan van den kam uit het vormelooze garenspan en bij tijden rolde ze het op den dikken boom. Aan de laatste smette moest ze komen vandage eer ze den tap zou laten schieten en in die afwachting schoof de tijd in de stilte, met aanhoudend, luidruchtig leven buiten en binnen. Achterna begon het

Toen hij trage en verrast, de oogen wijd openrekte om te zien wat er werkende was zoo vroeg bij zich in bedde, hield ze den grooten mei vóór hem uitgestoken met lachend blijde wezen: Jan, zei ze, 't was gister uwe avond en vandage is 't uwe dag, 'k ben blij, da'k u besteken mag! Hij greep den mei met beide handen en rook er aan.

Als ze tewege was op te gaan naar heur slaapkamer, zag ze bij den heerd vader zitten, lage gebukt en turende roerloos naar 't gespetter van het open vuur. Hij had ook aldoor zwijgend door de koude stilte van het huis gewandeld vandage, en hij voelde zich bovenmatelijk droeve worden in de droefenis, die Goedele langs alle kamers neerzijgen liet van haar.

Odo en André, de rijke boerenzonen, hielden zich afgezonderd in hunnen hoogmoed, maar de gezellen uit dezelfde buurt zaten den linkschen hoek vol en loechen en praatten onder elkaar en, ze begekten den ouden Filie die vandage zijne geboden kreeg van den preekstoel om de aanstaande week te trouwen ... met een meisje dat hij al veertien jaar vrijde!

Het schemert hooge en leege nu, en diepe in 's hemels gronden, vandage staat, beneên dien witten zonnedoek, in 's middags hooge stonden, de dageraad! VOETNOOT: 1 Zuivel. Gegrauwdoekt is de grond der kimme en allenthenen vol damp en duisternis; de boomen, half verdwenen, half zichtbaar, hebben, daar ze stille staan en stom, van wolkenweefsel elk een grauwen tabbaard om.

Hij was overdanig blij dat hij vandage zooveel geleerd en gezien had, maar 't voornaamste nog was zijne welgezindheid om het buitenkansje: de kloefen en den dooden kater. Ha kerel, morgen wordt ge 't vel afgestroopt en er zal geld afkomen! Hij wist bij zichzelf wat duivelsch fijnen toer hij gespeeld had en loech nu wel met al de gerekende knapheid van Manes' commersie.

De frissche, vochtige nachtdauw koelde zijne handen en wangen en een windeke speelde nauw voelbaar door 't lijnwaad van zijnen kiel, over zijn lijf. Hij zocht door de schemering in de lucht en raadde den warmen zonnedag die vandage uit het Oosten groeien moest. En nu vooruit met 't voornemen haastig te gaan, den langen, eentonigen weg.

Zij moesten langs denzelfden kant en daardoor was het sedert lange jaren gewoonte geworden samen naar huis te gaan. Ze praatten stil en schaars lijk menschen die malkaar veel zien en niets nieuws te zeggen hebben. Maar ze rookten duchtig fel om de koude en als ze aan 't houten kappelleken kwamen waar hun wegen verscheen liepen: Wat schikt gij te dòen, vandage? vroeg André. Weet niet.

Zij veurde groote sneden van 't brood en smeerde er smout op. Ge zult allen besteld worden, niet te vechten, ge krijgt vandage den buik vol. En vader nog niet thuis?! 't zit goed, hij zal iets gevonden hebben! God van den hemel!'t was ineens weer de gouden tijd geworden!