United States or Guam ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar zou een versche genegenheid haar herte van alle wanhoop verwijderd houden. Zij moest meehelpen, meebouwen hare toekomst en niet machteloos wegzakken in 't onveranderlijk verleden. Sebastiaan was braaf en edelmoedig. Hij zou haar omringen met zijne gewillige dienstveerdigheid. En de heerd zou warm worden. Ze glimlachte en peinsde: Wat ben ik dwaas!

Daar had de bazinne den heerd goed aangestookt zoodat de warmte van ver al deugddoende tegenkwam. De klanten kropen dicht in de ronde, lieten hunne schenen roosten, ontstaken eene pijp en dompten lustig. Het luide gebabbel ging overal en elk snapte naar een borrel klare genever om 't herte te warmen.

Binst dat Ghielen zijn verkleumde knoken warmde bij den heerd, zette Doka de tellooren en soep op tafel en al 't ander gerief. Ghielen snuffelde nog boven den smakelijken damp uit de eerden kommekes; dan hielp Doka Ghielens leerzen uittrekken en zij aten huns tweeëns eerst soep met houten lepels en daarna een stuk vet zwijnsvleesch met schoone, gebruinde, lekkerblinkende gefruite raapkes.

Van een formulier uit Denderwindeke tegen brand luidt de inleiding: "De H. Laurentius werd gebraden op een rooster: hij en zwol niet op noch en verzwoor; ik hoop, dat gij ook niet zult zwellen of verzweren". Rond den Heerd weet deze berijmde bespreking tegen brandwonden mee te deelen: Ons' Heere Jezus kwam aldaar gegaan, Hij vond er een kindeke in brande staan.

En meteen sloeg hij den leelijken horendrager zoo deerlijk, dat hij hem voor dood op den weg liet. En nog altijd steeg het gehuil der pelgrims en het geluid van pijpen, lieren, violen en doedelzakken omhoog, met den geurigen wierook van gekook en gebraad. Klaas, Soetkin en Nele zaten samen rond den heerd en praatten over den reizenden pelgrim.

Maar niemand en sprak daar openlijk over, tenzij de knapen in de herberg en de meiden rond den heerd.

Hoofdbeginsel is hier, dat de afzonderlijke deelen van het huis naast elkaar liggen. Gewoonlijk is de hoofdingang een kleine deur, die even om den hoek in den langgevel is aangebracht. Maar men vindt ze toch ook in den gevel der smalle zijde. Hierdoor komt men in de keuken of voorhuis, veelal ook kortweg het huis of de heerd genoemd.

Zonder spreken, zonder opzien, elk gebogen over tafel, namen zij met gelijke beweging van den arm, de soep met lepels binnen. Het getik van ijzer en geschreep op gleier miek 't eenig gerucht. Als de kom uit was, rekte Odo weer de armen open en keek naar zijne zuster en naar den pot op den heerd, wachtend om 't andere.

Zonder spreken nam hij plaats bij den heerd, trok de leerden uit en zijn vest, deed de wit gewasschene kloefen aan en bleef in de baaimouwen zitten geeuwen en rekken met de armen achterover. Hij keek bezijds naar de gedekte tafel en naar moeder, die den blik verstond, hij lonkte naar het uurwerk, stond op en zette zich bij tafel. Julie, 't is tijd, we gaan eten.

't Oud mensch was heel toegeduffeld in doeken en half vervroren hield ze de magere knookhanden ineen en 't lijf opgekrompen; ze schormde zeere bij den heerd om warmte te vinden, Ghielen keek naar heur op om nieuws te vragen lijk elken morgen. Dag, Doka; nog niets? Nog niet, Ghielen. En ze legde de handen open op den buik van den warmen ketel en kroop nog dichterbij het vuur.