Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juni 2025
En het mocht nog negentig jaar alzoo voortduren. De herinnering aan hun vroegere partijtjes in de herbergen den Zondag, en de avonden 's winters rond malkaars heerd, liet nu bij Verlinde zelfs geen spijt meer na. Sedertdien hadden ze malkaar slechts twee keeren ontmoet en ze waren met stijven hals voorbijgegaan zonder de een den ander te bezien.
Legenden II, bl. 65 vlg.; De Cock-Teirlinck, Brabantsch Sagenboek I, bl. 7 vlg; Friesche Volksalm. 1865, bl. 17; Rond den heerd V, bl. 70; Ons Volksleven II, bl. 8; VI, bl. 119; IX, bl. 201. Een laatste animistische groep vormen de dwaallichten, eigenlijk de zielen als vlammen op graven of in hunne nabijheid.
De flauwe manesching viel door 't venster, helderend in schemervaagte de tafel en de witte borden; en de vlamme die in den heerd het zwarte gat van den koeketel lekte, danste met vaal rooden glans op de uitsprongen van de ernstig zwijgende wezens der drie ingenooten. Morgen weer een warme dag, viel de stem van de boerin daar tusschen.
Nele maakte hun elk eene legerstee in de keuken en ging toen henen. En zij bleven er getweeën, terwijl het vuur van de wortels in den heerd uitbrandde. Soetkin ging slapen, Uilenspiegel deed als zij en hoorde ze weenen in heur bedde. Buiten, in de nachtelijke stilte, deed de wind de boomen huilen lijk de zee en joeg, als voorboden van den herfst, dwarrelende stofwolken tegen de ruiten.
Over al zijn ledematen bevend, antwoordde de hoevenaar: Gij zijt de Geuzen, schenkt mij vergiffenis; ik wist niet wat ik deed. Ik heb hier geen geld in mijn huis; alles wat ik heb, zal ik geven. Lamme sprak: Het is donker, geef ons keersen. De baas antwoordde: Dáár hangen vetkeersen. Toen eene keers aangestoken was, zeide, in den heerd, een van de Geuzen: Het is koud, laat ons vuur maken.
De lange a-klank vóór eene r luidt in zeer vele nederlandsche gouspraken, eigenlik en van ouds in allen, als eene byzondere opene e; haard = heerd, paard = peerd, merkwaardig = merkweerdich, enz. Aan Brabant eigen is de uitspraak van de tweeklank oe als ue.
's Avonds bleef hij tegen zijne gewoonte, thuis en zat sprakeloos bij den heerd. 's Anderen daags kwam André te peerde hem al lachend vragen: of hij meêreed naar 't Meulenhout? 'k Moet in de buurt een kalf gaan koopen bij eenen boer, 't is eene gelegenheid om eens te gaan zien en wat plezier te maken bij onze twee prachtmeiden! Odo weigerde kort. Zoo zal ik maar uwen groet brengen aan de blonde!
In Rond den Heerd IV, bl. 130 wordt nog vermeld: "De Maandag na Palmen-zondag hiet te Brugge over oude tijden Kalfdag; die op Kalfdag laatst in schole of te huis kwam was kalf, wierd kalf gescholden, en, in die hoedanigheid, geplaagd en gezeerd." Op Palmzondag begint het tijdperk van het eigenlijke Lentefeest.
Ze neep nu 't lampken uit, zette haren stoel bij den heerd en schoof hare kloefen in d' assche, zij haalde den paternoster uit om daar heur misseplicht te volbrengen. z'En kon, de arme sloore, al lang niet meer uit naar de kerk.
Nu, den eersten April, deed Uilenspiegel zooals hem gezegd was. Hij was tevreden, dat er geen vuur in den heerd brandde en zei tot zich zelven: hoe minder rook hoe scherper het gehoor. Weldra werd de deur van de kamer geopend, en een tocht trok door de schouw. Geduldig verdroeg hij den wind, zeggende: hij zal mijn aandacht aanwakkeren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek