Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
Zij verwachten vreemdelingen in den elfenheuvel, deftige vreemdelingen; maar wie, dat wilde de regenworm niet zeggen, of hij wist het niet. Al de dwaallichten zijn besteld, om een fakkeltocht te houden, zooals men het noemt; het zilver en goud, waarvan genoeg in den heuvel voorhanden is, wordt opgepoetst en in den maneschijn tentoongesteld.»
Legenden II, bl. 65 vlg.; De Cock-Teirlinck, Brabantsch Sagenboek I, bl. 7 vlg; Friesche Volksalm. 1865, bl. 17; Rond den heerd V, bl. 70; Ons Volksleven II, bl. 8; VI, bl. 119; IX, bl. 201. Een laatste animistische groep vormen de dwaallichten, eigenlijk de zielen als vlammen op graven of in hunne nabijheid.
Onder het moeilijke dalen schoven zonder woorden steeds naakte knapen hun voorbij met kleine mijnlantarens, welker door damp omhulde vlammetjes op dwaallichten geleken en op en neer dansten. Op de gebogen ruggen sleepten ze de ongeveer veertig pond wegende zwavelblokken met eronder gekruiste armen. Het waren de carusi, de jongens van 13 tot 17 jaar, die er zooveel gebruikt worden.
Vroeg of laat zal de gewichtige kwestie van het algemeen onderwijs met de onweerstaanbare macht van onwedersprekelijke waarheid gevestigd zijn, en zij die dan onder het opzicht der Fransche idée regeeren, zullen kiezen moeten tusschen de kinderen van Frankrijk of de straatjongens van Parijs; licht tusschen vlammen, of dwaallichten in de duisternis.
Hij begon de nachtwake, gezeten op een terp, stil, het helmlooze hoofd gebogen, de bloote handen gevouwen. Toen hij opzag, bespeurde hij, dat zes dwaallichten rondom het paard flikkerden. Zij bleven op gelijken afstand als stille sterretjes zweven en Gawein begreep, dat zij door de goede gnomen waren gezonden. Langs den boord van de rivier, dwarrelden tallooze vuurvliegjes.
De kleine slimme Lichtalven en de booze, zwarte Nikkers nemen aan der menschen handelingen geen deel meer en voeren geen guitenstreken meer uit, maar in de lucht, in de planten, in de waterpoelen en de dwaallichten hebben zij zich teruggetrokken. Vast blijven de, vonken van Muspelheim nu aan het nachtlijk hemelgewelf staan.
Toen er aldus bewezen was, dat in alles wat er goed, waar en schoon op aarde verschijnt, geene geesten zaten; toen de beste en verstandigste der menschen elkander geleerd hadden en overgeleverd, dat nergens meer geest is, en het maar alleen de kinderen waren, met de oude bestjes en zwakke zielen, die slechts een duister besef hadden, dat er toch behalve al die stoffen ook geesten waren in het heelal, toen wisten de lieden niet beter of het was op het kerkhof, en in den toren bij den nachtuil en in het spookkasteel, en bij de dwaallichten en den driesprong, en in het koffiedik, dat zij de geesten moesten zoeken; en in de plaats van de reine etherische wezens, stelden zij ze zich niet anders voor dan als geraamten en bleeke spoken, katten en duivels uilen en heksen op bezemstelen, ruischende door de holle en galmende gangen van eenzame gebouwen, joelende op de hei en door de schoorsteenen, zwierende, gierende en jankende door de nachtelijke duisternis.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek