United States or Liechtenstein ? Vote for the TOP Country of the Week !


Legenden II, bl. 65 vlg.; De Cock-Teirlinck, Brabantsch Sagenboek I, bl. 7 vlg; Friesche Volksalm. 1865, bl. 17; Rond den heerd V, bl. 70; Ons Volksleven II, bl. 8; VI, bl. 119; IX, bl. 201. Een laatste animistische groep vormen de dwaallichten, eigenlijk de zielen als vlammen op graven of in hunne nabijheid.

Over den aard der nederzetting en vestiging vertellen ons: Ureterp; Poppingawier, Oosterwierum, Engwier; Holwerd, Rauwerd; Gaasterland; Grootegast, Lutjegast, waar gast evenwaardig is met het Hollandsche geest, b.v. in Endegeest, Oestgeest. Zie Friesche Volksalm. 1840, bl. 137; 1841, bl. 165. h. Sommige plaatsnamen werden ook door den lokatief uitgedrukt, die met den datief is samengevallen; b.v.

Het is dus meer recent, dan door V. D. Poll in den Gelderschen Volksalm. 1887, bl. 161 vlg. vermoed werd. Laat ik hier bijvoegen, dat te Contich en omstreken de schuchtere minnaar gaarne de gelegenheid te baat neemt, zijn liefde te verklaren, door heimelijk een mei te plaatsen vóor de slaapkamer zijner beminde.

Aldus werd "kermis" synoniem van allerlei pret en vermaak, met het gevolg, dat menig andere ontspanning en feestelijkheid den naam van "kermis" kreeg. Zoo b.v. de Geldersche öskeskermis in November, ten huize, waar een koe of os geslacht is, vgl. den Gelderschen Volksalm.

Bergsma in den Nieuwen Drentschen Volksalm. 1900, bl. 104, de koejongens voor dag en dauw met de koeien naar de weiden. Die 't laatst met zijn koeien "op den diek" verschijnt, d.i. op den gemeenschappelijken weg, die naar de verschillende weiden voert, heet nustekook.

Zie nog De Cock en Teirlinck, Kinderspel en Kinderlust VII, bl. 78; De Cock, Spreekwoorden en Zegswijzen afkomstig van oude gebruiken en volkszeden, bl. 131; J. F. Willems, in het Belgisch Museum 1843, VII; Pol de Mont, in het Nederl. Museum 1888, I, bl. 181; Loquela 1886, bl. 25; Noordbrabantsche Volksalm. 1843, bl. 55; Ter Gouw, Volksvermaken, bl. 205.

W. V. D. Poll, in den Gelderschen Volksalm. 1897, bl. 185 In Limburg en Noord-Brabant bestaat de Pinksterbloem nog, eveneens in sommige plaatsen van Vlaanderen; ik noem Horn, Amby, waar zij insgelijks in een "huisje" met groen zit, Schinnen, Doenrade, Cuyk, Blitterswijk, Guttecoven, Afferden. Het lied, dat bij het rondgaan gezongen wordt, is hoofdzakelijk van tweeërlei aard.

XXXVI, bl. 45; de Veluwsche schaapskermis, beschreven in den Gelderschen Volksalm. 1862, bl. 151; de Mulderskermis; de Haagsche Boschkermis; ja, men spreekt zelfs van een kermis op het ijs. Minder bekend is de Noord-Brabantsche schaapskermis.

Beantwoordt iemand dat geroep, dan springt hij hem op den rug en verlaat hem niet, tot de woning bereikt is. Intusschen gluurt hij den drager voortdurend met "gleunige ôogen" als een kat aan. Zie Welters, Limb. Legenden II, bl. 31; Drentsche Volksalm. 1845, bl. 232; Nederl. Museum II 12, bl. 352; Volkskunde X, bl. 182, 206, 236 vlg.; XIV, bl. 161.

Naderhand werd eigenlijk weinig meer gesponnen want het hoog-voorname spinnen raakte in oneere, en een spinnewiel, in de salons te pronk gesteld, kan dit niet verhelpen, maar des te meer gezongen en gevrijd: want de spinmalen waren de vrijpartijtjes bij uitstek. Zie Drentsche Volksalm. 1839; Ter Gouw, Volksvermaken, bl. 407 vlg.