United States or Kazakhstan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Sagen over Witte Vrouwen, reuzen, dwergen, vuurmannen en meerminnen treft men rijkelijk aan, zoo b.v. in de verzamelingen van Dijkstra, Uit Friesland's Volksleven I, bl. II, 18, 52; G. V. D. Wall Perné, Veluwsche Sagen I, bl. 44; Welters, Limburgsche Legenden II, bl. 29 vlg., 38; De Cock, Brabantsch Sagenboek I, bl. 168-215; De Mont-De Cock, Vlaamsche vertelsels, bl. 326, 331.

Personen, vooral kinderen, die onder den invloed van heksen geraken, worden behekst, en dienen door een heksenmeester of heksenbanner belezen te worden. Staan de paarden met verwarde manen en druipend van het zweet op stal, dan zijn ook deze waarschijnlijk behekst. Zie vooral Waling Dijkstra, Uit Friesland's Volksleven II, bl. 158. Verder Welters, Limb.

Beantwoordt iemand dat geroep, dan springt hij hem op den rug en verlaat hem niet, tot de woning bereikt is. Intusschen gluurt hij den drager voortdurend met "gleunige ôogen" als een kat aan. Zie Welters, Limb. Legenden II, bl. 31; Drentsche Volksalm. 1845, bl. 232; Nederl. Museum II 12, bl. 352; Volkskunde X, bl. 182, 206, 236 vlg.; XIV, bl. 161.

en: Alle weer is Gods weer. Zie: Ekama en Van Hage, t.a.p.; N. L. Van Hall, Spreekwoorden enz. betreffende landbouw en weerkennis; Welters, Feesten enz., bl. 116 vlg.; Limburg's Jaarboek VII, bl. 171, XVI, bl. 228 vlg.; Van Vloten, Baker- en Kinderrijmen, bl. 91; Dijkstra, Uit Friesland's Volksleven II, bl. 244. IV. Plantlore.

Bladen VIII, bl. 62; V, bl. 80; II, bl. 1 vlg.; Welters, Feesten, Zeden, Gebruiken en Spreekwoorden in Limburg, bl. 13; Ter Gouw, Volksvermaken, bl. 109.

Thans zijn zij grootendeels verdwenen, het volk zegt, omdat zij het luiden der klokken niet konden verdragen. Vgl. Wolf, Niederl. Sagen, nos 206 211, 477, 478; V. D. Bergh, Woordenb. 120; Gittée, Nederl. Museum II, 2 bl. 352; Welters, Limb. Legenden II, bl. 25; Schrijnen, Essays en Studiën, bl. 59. De watergeesten bij uitstek zijn wel de nixen en meerminnen.

Zie Mannhardt, Baumkultus, bl. 190 vlg.; Driem. Bladen I, bl. II, bl. 70; Dr. De Vooys, in Volkskunde XXIV, bl. 154; Schrijnen, in Limburg's Jaarboek I, 3, bl. 25 vlg.; H. Welters, Feesten enz.; bl. 50; Heuvel, Volksgeloof en Volksleven, bl. 312 vlg.; Waling Dijkstra, Uit Friesland's Volksleven I, bl. 261.

Eindelijk bereikten ruiter en paard den reddenden stal. Maar des anderen daags vond de boer het arme dier dood op het stroo liggen. Want de mare had zich weten te wreken op het onschuldige dier. Zie G. V. D. Wall Perné, Veluwsche Sagen I, bl. 100; Welters, Limb. Legenden II, bl. 38, 39; De Cock, Brabantsch Sagenboek I, bl. 96, 99. Vooral heksensagen vindt men allerwege.

Men erkent hem o.a. aan eenige vezeltjes doek, die hij steeds tusschen de tanden heeft. Ter bezwering trekke men met den voet een streep over den weg, zeggende: "Als ge van God komt, dan nader; als ge van den duivel zijt, dan blijf vóor de streep." Hij toont zich ook dankbaar voor bewezen weldaden; zie Volk en Taal I, bl. 48; verder III, bl. 209, IV, bl. 5. Vergel, ook H. Welters, Limb.

Vanwaar het mannetje in de maan? In Vlaanderen, Antwerpen, Zuid-Holland, Utrecht en Gelderland is het een houtraper of houtdief, die 's Zondags of in den Kerstnacht er op uitging. Waarom is de wever zoo slecht gezien? Omdat een wever de nagels bezorgde, toen Christus gekruisigd werd; zie Welters, Limburgsche Legenden II, bl. 61; Joos, Vlaamsche vertelsels, bl. 35.