United States or South Africa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Van sommigen dezer geslachtsnamen komen heden ten dage ook de versletene formen voor, als maagschapsnamen, aan andere geslachten eigen. Zoo bestaan de namen Ekema en Eekma naast Ekama; Galema naast Galama; Gerkema naast Gercama. De mansvóórnamen die aan deze geslachtsnamen ten grondslag liggen, zijn grootendeels nog heden als zoodanig by de Friesen in volle gebruik.

Zeer talrijk zijn de geslachtsnamen op ma eindigende, en waar de oud-friesche tweede-naamvalsform op a van den mansvóórnaam, die aan den geslachtsnaam ten grondslag ligt, in eene toonlooze e is overgegaan; b. v. Ekema, nevens Ekama. Zie hier eenigen van die namen als voorbeeld: Attema, Aukema, Balkema, enz.

Zoo bestaat er nevens Ekema met Ekama en Ecoma ook de geslachtsnaam Eekma; naast Abbema, Bokkema, Bottema, Eikema en Hobbema komen ook Abma, Bokma, Botma, Eickma en Hobma voor. Het is duidelik dat al deze namen oorspronkelik geen verschil opleveren, dat zy allen den zelfden oorsprong hebben en het zelfde beteekenen.

Als voorbeeld noemen wy den naamstam van den geslachtsnaam Ekama, den mansvóórnaam Eke, ook als Eco voorkomende. Dit Eke, Eco is anders niet als eene verfloeiing, een versletene form, vooral ook als vleinaam of kosename in gebruik, van den eveneens nog gebruikeliken mansvóórnaam Eelke of Eelco.

Dit heeft vooral betrekking op sommige door het volk in den dampkring en bij de hemellichamen aangeduide verschijnselen als voorboden van depressie of bestendige heldere weersgesteldheid. Men raadplege hierover de studie van Dr. H. Ekama in het Album der Natuur, 15 Nov. 1907.

Als bronnen zijn door mij geraadpleegd, behalve de gewone geschiedboeken: H. SOETEBOOM. Oud-Heeden van Zaanland, enz., IIe deel. W. J. HOFDIJK. Kroniek der Kennemer Vrijbuiters. C. EKAMA. Beleg en verdediging van Haarlem. A. BEELOO. Noord-Holland en de Noord-Hollanders.

en: Alle weer is Gods weer. Zie: Ekama en Van Hage, t.a.p.; N. L. Van Hall, Spreekwoorden enz. betreffende landbouw en weerkennis; Welters, Feesten enz., bl. 116 vlg.; Limburg's Jaarboek VII, bl. 171, XVI, bl. 228 vlg.; Van Vloten, Baker- en Kinderrijmen, bl. 91; Dijkstra, Uit Friesland's Volksleven II, bl. 244. IV. Plantlore.