United States or Jordan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo was hij langzamerhand een zeer knap en zeer belezen man geworden, maar ook een zeer knorrig huisgenoot. "Hebt je niets gemerkt?" "Wat dan?" "Neen, mannen merken nooit iets. Maar weet je wat ik gemerkt heb? Dat Huug wel eens op den inval kon komen met Renée te trouwen." "Zoo-oo?" vroeg hij, blijkbaar verwonderd, zweeg toen een poos en snoof daarop. Hij snoof altijd als hij boos was.

Bel-Accueil, de zoon van Courtoisie, noodt hem tot de rozen, maar dan komen de bewakers van de roos: Danger, Male-Bouche, Peur en Honte, en verdrijven hem. Nu begint de verwikkeling. Raison daalt van haar hoogen toren, om den minnaar te belezen, Ami troost hem, Venus spant haar kunsten tegen Chasteté, Franchise en Pitié brengen hem naar Bel-Accueil terug, die hem toestaat, de roos te kussen.

Ik zie naar u, en kan niet ademhalen: Een gouden waterval van zonnestralen Heeft nooit een zachter aangezicht bezoomd.... ’t Is, of me een engel heeft verwellekoomd, Die met een paradijs op aard kwam dalen. ’k Gevoel mij machtig tot u aangedreven En buiten mij. ’k Was dood, ik ben herrezen, En voel mij tusschen zijn en niet-zijn zweven: Wat hebt gij, tooveres, mij goed belezen!

Thyr noemden zij een hunner afgoden, en op diens verjaardag waren zij daar geland; tot eene vergelding wilden zij Teunis eeuwig als hun koning erkennen. Teunis liet hem belezen, en de anderen wilden daarover geen oorlog hebben. Toen zij nu goed zaten zonden zij sommige oude zeelieden en Magyaren aan den wal en verder naar de burgt Sydon, maar in het eerst wilden de Kadhemers niets van hen weten.

De dichter was een zeer belezen man, die de klassieke Latijnsche schrijvers goed en OVIDIUS op zijn duimpje kende; onder het schrijven zijner verzen stonden hem telkens plaatsen uit zijne lievelingsauteurs voor den geest, maar nergens maakt hij zich aan slaafsche navolging schuldig.

Lady Honoria was toen achttien jaar en een schoonheid van het wel wat strakke, beeldachtige type, dat mannen tot op vijf- of zes-en-twintigjarigen leeftijd aantrekt, en dan begint te vervelen, zoo niet tegen te staan. Daarbij was zij schrander en belezen, en maakte aanspraak op poëtisch talent, zooals dames, die niet bizonder door Apollo begunstigd zijn, soms doen vóórdat zij getrouwd zijn.

In al zijne werken toont hij zich een beschaafd en buitengewoon belezen man, die met recht een van de beste schrijvers van zijn tijd genoemd is. Pluteus, houten scherm op raderen, bij belegeringen gebruikt om soldaten of werklieden tegen pijlen enz. te dekken. Pluto, Plouton, z. Hades. Pluvius, regengever, bijnaam, waaronder Jupiter bij langdurige droogte te Rome werd aangeroepen.

Hij is een zeer belezen man en een goed prediker en niemand kan de minste aanmerking maken op zijn leven of zijn gedrag; maar er is geen twijfel en ik meen, dat het beter is zoo iets te zeggen dan dat het in het geheim gevoeld wordt, dat op de een of andere wijze onze dominee langzamerhand zijn invloed op de menschen verliest en dat de Gemeente in toon en in hart niet is, wat zij placht te wezen.

Een natuur vatbaar voor ontwikkeling en die het in zich had om wat hij doen moest, ook harmonies af te maken, zoals Raphael en Racine dat voor hun tijd waren geen baanbrekende vernieuwer, geen »oer-eigen origineel genie" als Wolfram, wiens gehele persoonlikheid Gottfried een afschuw was en de enige tegen wie de Straatsburger zich kwaadaardig toont, maar goed belezen in de klassieken, volkomen thuis in 't Frans, hij is de enige dier Duitsers die geen vertaalfouten maakt, met een levend poëties gevoel, een fijne aestetiese smaak, een plooibaar en volkomen artistiek gevoel voor vormen; tegelijk een man van de wereld, volkomen thuis in de hogere ridderkringen, met een aangeboren zin voor de hofkultuur en de uiterlike kentekenen er van, een fijne nobele natuur, een echt gevoelig mens.

Maar in een Vrij Gewest is ware Vreê te erkennen, Wanneer men in de jeugd de kindren doe gewennen Aan 't denkbeeld, dat de mensch niet voor zich zelve alleen Geboren is, maar ook ten nutte van 't Gemeen; Ja, dat zulks de eerste lust en de eerste pligt moet wezen, Door geene Staatzucht, door geen Geldlust te belezen.