Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juni 2025


De Franschman Bordeaux schreef een boek, dat den titel voert: »la peur de vivre", »de vrees om te leven". In een inleiding op dit boek verwijt Réné Doumic aan het Fransche volk, dat zij alleen zichzelven zoeken. Van ondernemingsgeest, van offervaardigheid voor anderen is bij velen geen sprake meer. De meesten jagen enkel naar geld. De wellusten worden onbeschaamd gediend.

Of dit laatste ten slotte te gunstig heeft afgestoken bij dat van Tristan en Lanceloet, wier beider eer was bevlekt door hunne zondige verhouding tot Isolde en Ginevra, en men hem daarom van het voetstuk heeft pogen af te lichten, waar hij praalde als de "chevalier sans peur et sans reproche" zeker is het, dat hij in de latere ridderromans geheel en al van karakter is veranderd.

Ook Venus zelf slingert haar fakkel, dan vluchten Honte en Peur, en Bel-Accueil staat den minnaar toe, de roos te plukken. Hier was derhalve met volle bewustheid het sexueele motief opnieuw in het middelpunt geplaatst, en het was omkleed met zulk een kunstig mysterie, ja met zooveel heiligheid, dat een grooter uitdaging aan het kerkelijk levensideaal niet mogelijk was.

Bel-Accueil, de zoon van Courtoisie, noodt hem tot de rozen, maar dan komen de bewakers van de roos: Danger, Male-Bouche, Peur en Honte, en verdrijven hem. Nu begint de verwikkeling. Raison daalt van haar hoogen toren, om den minnaar te belezen, Ami troost hem, Venus spant haar kunsten tegen Chasteté, Franchise en Pitié brengen hem naar Bel-Accueil terug, die hem toestaat, de roos te kussen.

"Gij zijt een braaf mensch, Mijnheer Huyck," zeide Amelia, mij met aandoening de hand reikende: "en mijn vader, door zijn vertrouwen op u te stellen, heeft mij een nieuw bewijs gegeven, met hoeveel juistheid hij bij den eersten oogopslag de menschen weet te beoordeelen. Dan, laat ons thans niet meer spreken over hetgeen toch niet meer te veranderen is: La plainte ni la peur ne changent le destin,

Blz. 167 et ce qui m'a frappé: En wat mij het meest in de herinnering aan deze mijmering heeft getroffen, was, dat toen zij zich verwezenlijkt had, ik mij van precies dezelfde voorwerpen omringd vond als die ik mij destijds had verbeeld. Blz. 167 ... la peur de l'enfer: ... de vrees voor de hel maakte mij nog dikwijls opgewonden. Ik vroeg mij af: In welken staat ben ik?

Kordaat in al zijn doen had hij een nieuwe sigaret van het buffet genomen en ontstoken, zeggend, "hij rookte te veel", haalde de teugen in, blazend den stralenden rook zijn sper-neus uit, en zat dan met het witte dingie tusschen zijn nog onderrichtende vingers. Hij besloot: "Je vous dis.... la peur, c'est une bonne chose."

"Assurément, la peur, c'est une bonne chose," beaamde monsieur Badaud, "ik herinner mij, hoe 'k eens in Algiers".... Maar de dokter viel in de rede: "Zou mijnheer daar, niet gelooven gaan dat wij heiligen zijn, monsieur Badaud.... oh, als u een Arabier was...." "Taisez-vous, docteur." "Ah bah, monsieur Crépieux, vous avez raison.... la peur, c'est une bonne chose.... je me tais."

"M. le chancellier schrijft hij 25 Mei 1483 je vous mercye des lettres etc. mais je vous pry que ne m'en envoyés plus par celluy qui les m'a aportées, car je luy ay trouvé le visage terriblement changé depuis que je ne le vitz, et vous prometz par ma foy qu'il m'a fait grant peur; et adieu".

Maar wat men de Bourgondische idee zou kunnen noemen, kleedt zich steeds in de vormen van het ridderideaal. De bijnamen der hertogen: het Sans peur, le Hardi, het Qui qu'en hongne, dat voor Philips door le Bon verdrongen werd, zijn alle opzettelijke vindingen van de hoflittérateurs, om den vorst te plaatsen onder de stralen van het ridderlijke ideaal.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek