United States or Sweden ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo geschiedde in het lied van Vermomde en Roodspeer, waar Vermomde ongeveer veertig namen noemt van stroomen, die uit de bron aan Schrikesch ontspringen; en met de namen der paarden, waarop de goden ter vergadering rijden, en waarvan er tien staan genoemd; en bij de slangen, die Schrikesch' voet omslingeren, en bij de Walkuren, die in Walhalla mede bieden aan de helden.

Wat rondwoelde in het brein brachten de vingers over, en de viool zong het bezielde lied.

Daar hoorde ik de stem des Heeren, tot mij sprekende in het gemeentelijk gezang. Sindsdien heb ik ook geluisterd naar den raad, die verder in dit lied van Gerhardt gegeven wordt: Auf, auf, gib deinem Schmerze Und Sorgen gute Nacht! Lass fahren, was das Herze Betrübt und traurig macht! Bist du doch nich Regente, Der alles führen soll, Gott sitzt im Regimente Und führet alles wohl.

Wanneer de laatste zonnestralen 't Kasteel vergulden met hun glans, Staat's Ridders dochter Adelheide Daar peinzend op den torentrans. Zij luistert naar de stem der winden, Vertolkt door 't groene looverdak, Naar 't lied van bontgepluimde zangers, Blij huppelend van tak op tak.

Vóór 1316 was derhalve dit gerucht aangaande de schennis eener adellijke dame, niet juist MACHTELD VAN VELZEN, als reden tot den moord reeds verbreid. Heeft VELTHEM dit gerucht leeren kennen uit het Dietsche lied of langs anderen weg? Tot het geven van een afdoend antwoord op die vragen zijn wij niet in staat.

En aan dat blad daar komt er dan een bloem. Zoo'n schoone bloem, Zoo'n liefelijke bloem. De bloem komt van het blad, Het blad komt van den tak, De tak komt van den boom. Refr. De boom staat, enz. En aan die bloem daar komt er eene vrucht. Zoo'n schoone vrucht, Zoo'n liefelijke vrucht. De vrucht komt van de bloem, Enz., enz. Refr. De boom staat, enz. Ik beschouw dit lied als een kerstlied.

Toen de dominee in de kerk kwam, was deze bijna vol en hij gaf met eenige moeite den eersten psalm op, want het schoot in zijn ziel, dat deze menschen gezien hadden, dat hij moedeloos was en dat dit een vernieuwde genegenheid was. Het gebed viel hem zelfs zwaarder dan het lied, ofschoon zijn hart diep bewogen was door dankbaarheid aan God en teeder pleitte voor de menschen.

Wij omringden haar en voerden haar weg naar de huiskamer, waar wij verder over lichter en vroolijker onderwerpen bleven praten. Emilia sloeg een paar noten op de piano aan en deed eene poging om te zingen; doch het wilde niet vlotten; een vroolijk lied kon zij niet zingen, en een ernstig lied bracht haar van streek. Te twaalf uren gingen wij uiteen en ieder zocht zijne eigene kamer op.

Onmiddellijk werd mijn gelukwensch gesmoord, door het gemeenschappelijk en krachtig ingezette lied, dat aanvangt met de woorden: Onze káter het jòngkies gekrége... en waarvan het refrein luidt: poes, poes, sméeerige poes... enz.

Was 't dan die liefde zelve, die haar walgen deed? Ze haperde met bevende blikken langs het takje hulstgroen en vluchtig zag ze in haren geest den drempel, waar 't eens was neergevallen. Duidelijk herklonk om haar het verre lied: Ah! mosieu le capucin, T'as d'la veine, T'as d'la veine!... 't Was Mariëtte!