United States or Northern Mariana Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Buiten in den tuin stond een prachtige sneeuwjonkvrouw, met een krans van hulst om het hoofd, in de eene hand een mandje met vruchten en bloemen, in de andere eene groote rol nieuwe muziek, en op de kille schouders een voetenzak met alle kleuren van den regenboog, terwijl op een rose strook papier, het volgende Kerstlied uit haar mond vloeide: DE JONKVROUW TOT BETS.

Zachtkens stierven de tonen van het oude Kerstlied in het hooge vertrek weg; geen geluid werd gehoord, bij ieder had dit lied verschillende herinneringen opgewekt, die echter alle in denzelfden grond hun oorsprong hadden.

"Toen ik afscheid nam, Toen ik afscheid nam, Lachte mij het leven toe; Toen ik weder kwam, Toen ik weder kwam, Was mij alles droef te moê " Liesjes stem klonk diep weemoedig. "Nu het laatste vers," verzocht Nelly; "mama hoort het zoo graag." "Ik kan niet meer," antwoordde zij zacht en verwijderde zich van de piano. "Och, dat spijt mij, Liesje," sprak Nelly's moeder nu, "ook geen Kerstlied?"

Heel spoedig nadat Tieka boven was gekomen om naar bed te gaan, "heelemaal zonder een greintje zin om te gaan slapen," ging zij zelf ook ter ruste, na eerst de portretten van haar moeder en van Clärchen hartelijker dan ooit te hebben toegeknikt en in de stilte van haar kamer het oude, algemeen bekende Duitsche kerstlied "die heilige Nacht" te hebben opgezegd. Stille Nacht! heilige Nacht!

En aan dat blad daar komt er dan een bloem. Zoo'n schoone bloem, Zoo'n liefelijke bloem. De bloem komt van het blad, Het blad komt van den tak, De tak komt van den boom. Refr. De boom staat, enz. En aan die bloem daar komt er eene vrucht. Zoo'n schoone vrucht, Zoo'n liefelijke vrucht. De vrucht komt van de bloem, Enz., enz. Refr. De boom staat, enz. Ik beschouw dit lied als een kerstlied.

"Zijn de kinderen zoet, tante?" had hij met een diepe basstem gevraagd; "kunnen zij ook bidden?" Ja, de meisjes wel; maar die daar, die jongen, is een kleine stijfkop, die zijn Kerstlied niet zingen wil; neem dien maar stilletjes mee naar uw sneeuwhol, heer Ruprecht!" En toen was het kleine meisje, bitter schreiend en haar angst vergetend, naar den gevreesden man toegeloopen.

De stoof geeft evenveel warmte als een kachel; ik haal het sprookjesboek uit mijn zak en lees daaruit overluid voor, zoodat alle kinderen in de kamer stil en de figuurtjes aan den boom vroolijk worden, en de kleine engel van was op de uiterste punt zijn gouden vleugelen uitspreidt, van zijn groenen zetel afvliegt en kleinen en grooten in de kamer kust, ja, ook de arme kinderen, die buiten op de straat staan en het Kerstlied van de ster van Bethlehem zingen

Al mistiger en kouder werd het! Doordringend, snerpend, snijdend koud. De eigenaar van een schralen jongen neus, afgeknabbeld en bekauwd door de hongerige koude, zooals beentjes door honden afgeknabbeld worden, bukte zich naar Scrooge's sleutelgat om hem te onthalen op een Kerstlied; doch bij de eerste klanken van: "Heil en zegen op deez' dag, Dat geen leed u treffen mag!"