Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Welk een gloed in de voordracht, als hij den opgeblazen domtrotschen boer uit het "Pauweveerke" in zijn sjees doet voorthollen over den weg; hoe zacht en teeder klinkt de stem van Kruuzemuntje, als zij grootmoeder voorleest uit het sprookjesboek; welk eene schalkheid, als hij eene Overbetuwsche Romeo en Julia doet vrijen in den kersenboomgaard; welk eene kracht als hij den veerman Dorus Giesels met zijne boot over de rivier laat roeien bij opkomenden storm dit alles maakte Cremer tot den grootsten dramatischen kunstenaar van ons vaderland in den verhevensten zin van het woord.
May en Bunny zaten reeds met Duitsche leesboekjes voor zich; de achtjarige Nesta was in een hoekje bij een der ramen gaan zitten, omdat zij toch afzonderlijk werken moest, zooals zij zeide. Voorloopig stelde zij zich tevreden met een fraai geïllustreerd sprookjesboek!
De wilde rozestruik stond in vollen bloei, en de zomer lag warm in het dal, toen het blonde kind weer met haar sprookjesboek bij 't molenrad zat. Ze kon nu vlot lezen, en nam het sprookjesboek alleen uit gewoonte mee; want ze kende het van buiten. Ze kwam luisteren naar de vertelseltjes, die 't beekje haar verhaalde.
Toen ze, heen willende gaan, de rozenstruiken wat terzijde boog, zag ze in 't korte gras, aan de overzijde van 't beekje, tegen den glooienden oever aan ... den prins ... uit haar sprookjesboek.
"Je zult het er nog naar maken, dat ik alle plezierboeken voor goed wegsluit," had Moeder gezegd. "Dan kun je in je leerboeken lezen, zooveel als je wilt." "Och, ja," dacht Nellie met een' zucht, "wie weet, of ik nu niet voor 't laatst in een sprookjesboek lees, en ik hou' toch zoo dol veel van sprookjes.
Ze nam afgevallen rozeblaadjes in haar hand, en gooide ze in de beek, doende alsof ze hem niet zag. Het sprookjesboek hield ze vast; en af en toe dwaalden haar groot-open vraag-oogen naar den prins, die de zijne nog altijd half dicht hield en zich niet bewoog. En het molenrad achter de rozen zong, en weefde zilveren waden, en het meisje vond dit alles heel natuurlijk, dat het zoo was.
De stoof geeft evenveel warmte als een kachel; ik haal het sprookjesboek uit mijn zak en lees daaruit overluid voor, zoodat alle kinderen in de kamer stil en de figuurtjes aan den boom vroolijk worden, en de kleine engel van was op de uiterste punt zijn gouden vleugelen uitspreidt, van zijn groenen zetel afvliegt en kleinen en grooten in de kamer kust, ja, ook de arme kinderen, die buiten op de straat staan en het Kerstlied van de ster van Bethlehem zingen.»
De kamer met de boekenkasten vol sprookjesboeken was er ook nog. Wat deed de prinses nu? Niet elken dag, maar heel dikwijls ging ze met een sprookjesboek onder den arm naar het torenkamertje, altijd in het schemeruur. Dan stak ze al de lampjes aan, schoof het gordijn voor de deur en vlijde zich in een gemakkelijken vouwstoel, net als toen ze nog een klein meisje was.
Ze wisten dat de lieve God hen weldra plukken zou, zooals hij het blonde mensch-bloempje geplukt had, dat beter thuis zou vinden in Zijn hemel dan op de aarde. Twee dagen later, het zwarte rad wentelde weer, werd er een nieuw sprookjesboek gebracht: voor 't kleine prinsesje, van den prins.
Haar sprookjesboek had haar geleerd, dat bloemen en planten denken, lijden kunnen, en pijn voelen. Ze had niet de begeerte om te willen hebben wat mooi is. Ze had er een stillen eerbied voor, als voor den lieven God-zelf die het gemaakt had; en ze voelde dat zij geen leven mocht verkorten, dat Hij wilde laten voortduren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek