United States or Luxembourg ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het vleesch wordt zeer gaar gekookt; dan zoekt men er zorgvuldig alle beentjes en vellen uit, hakt het fijn en laat het, met het nat, dat men door eene zeef giet, aan de kook komen.

"Kom bij broer." Zus waggelt en valt, maar hij grijpt haar en zet haar weer op de onbeholpen beentjes. "Hier, pak vast," zegt hij dan en geeft haar een takje als ballanceerstok in haar handjes. "Goed vasthouden." De dikke knuistjes grijpen het takje stevig vast. "Ja, ja," knikt ze. "Vooruit, toe dan maar, daar gaat ze," en het gaat heusch.

Zij kregen den kriebel in armen en beenen; zij konden niet blijven zitten. Zoo dansten zij, en toen Gösta een Bellmans liedje begon, vielen zij in, en de vrouw van den proost, oud en dik als ze was, nam haar japon op, sprong en draaide rond, precies alsof ze een meisje van twintig jaar was met fijne beentjes. En ze zong zoo valsch en zoo heesch.

"Komt, jongens!" fluistert de bultenaar, terwijl hij in het duister de honden losmaakt, die, even hun hals en kop schuddend, een kort blaffen doen hooren. "Zoo! nu maar vooruit." Hij zet de deur wagenwijd open en met een paar schoppen van zijn korte, magere beentjes jaagt hij het zevental honden de kamer uit. Onder luid geblaf rennen de dieren de trap af en de straat op.

De six pence wordt met een zenuwachtige krachtsinspanning aan het benedeneinde omklemd; de dikke haak is zijn eenige wapen, een wapen zeer geschikt om beentjes te lichten, maar zeker niet bestand tegen een aanval van helsche machten.

Gezond zagen ze er ook niet uit; de oudste had lange, zwarte haren en daardoor kwam zijn mager gezichtje nog veel meer uit. Zijn oogen kropen bijna weg, alsof ze zich schaamden, dat ze boven een paar zulke magere wangen staken, en de wijde pijpen van de broek woeien met den wind zoo achteruit, dat men de beentjes, zoo dun als talhoutjes, er in kon zien zitten.

Toen vloog de vogel naar een schoenmaker, ging op het dak zitten en zong: »Mijn moeder, die mij slacht, Mijn vader, die mij at, Mijn zusje Marleentje Zij zocht al mijn beentjes, Legt ze in een zijden doek Onder den amandelboom, Kiewit, kiewit, wat een mooie vogel ben ik

Hoewel er niets gedronken werd, er was trouwens geen sterkedrank te krijgen, werd bij elke wals het troepje vroolijker en de dans geanimeerder en steeds vlugger en stampender werden de voetjes neergezet en de beentjes hooger van den grond gelicht. Het geheel had zulk een animeerenden invloed, dat ik moeite had mijne beide reisgezellinnen in bedwang te houden.

Drie kinderen komen op, met een meneer. Het eene kind is het kind van straks. Ze is geheel in vleeschtricot. Ze heeft niets meer van een pervers oud vrouwtje. Ze is nu mager, tenger meisje van hoogstens 13 of 14 jaar met hetzelfde wassen gezichtje, met dunne armpjes, met magere beentjes. Zij heet Prinses Colibri. Het tweede kind, hoogstens tien of elf jaar, ook in vleeschtricot is mager en bleek.

Ghielen hield de koe big 't zeel en stond verkrompen van de koude, zijn vest achteruit getrokken met de armen tot aan de ellebogen bijkans in de broekzakken en zijn groote voorbroek spande over den ingevallenen buik en heel zijn magerte, zoodat de heupbeenderen lijk twee bulten uitstaken boven zijne korte beentjes.