Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 oktober 2025


Zijne broekzakken puilden wijd uit van de sneeuwkogels, en hij kon er veel in zijn zakken bergen, want hij had wijde broekspijpen, en zijne dunne beentjes namen niet veel plaats in. Eindelijk verscheen Klaas op de speelplaats. Maar hij was op zijn hoede, want hij vertrouwde Jantje niet erg.

En zij keek eens en zij knikte, En zij keek weêr en zij blikte Op haar vlugge beentjes neêr; En zij danste een passedijsjen, Naar een zacht geneuried wijsjen, En zij knikte keer op keer. Maar het was, terwijl zij zwierde, Of het luik op 't hengsel gierde, Of... doch langer geen geluid; Echter kraakte vast de wingerd, Om haar vensterken geslingerd.... Wie sprong binnen? 't Licht woei uit!

"Het is de zeemeerman," riep men elkaar van de schepen toe, "hij zwemt met zijn kind in de armen." Het gelaat is bruin van kleur, als een stuk hout, dat veel dagen in zee heeft gedreven, en de baard warrelt er in groene striemen omheen en over. Het kindje, dat hij in zijn armen droeg, was blank van kopje, rug en beentjes, en het spartelde al aardig mede.

Terwijl de zoon van den kooldrager als een schalk opwies, bracht de ziekelijke zoon van den grooten keizer zijne dagen in droefgeestigheid door. Edelvrouwen en heeren zagen hem, door kamers en gangen van 't paleis van Vallodolid, zijn armzalig lichaam op waggelende beentjes voortsleepen, alsof hij moeite had de zwaarte te dragen van zijn groot hoofd, met stekelig blond haar bedekt.

Toen legde Marleentje haar hoofdje op haar knie en schreide, schreide; maar de man zei: »ik ga naar buiten, ik moet dien vogel van dichtbij zien.« »O, ga toch nietzei de vrouw, »het is of het gansche huis schudt en in vlam staatMaar de man ging naar buiten en keek naar den vogel: »Zij zocht al mijn beentjes, Legt ze in een zijden doek, Onder den amandelboom, Kiewit, kiewit, wat een mooie vogel ben ik

Bij de vogels, de dieren der lucht bij uitnemendheid, bestaan de vleugels uit onbuigzame pennen, die met haar ééne uiteinde bevestigd zijn aan eene platte en bijna onbeweeglijke stomp; de twee beenderen van den middenarm kunnen niet om elkander draaien, en de handwortel bestaat slechts uit twee kleine beentjes; de hand bestaat uit eenen weinig ontwikkelden duim, eenen pink en eenen middenvinger, die uit twee leden bestaat.

»'n Konijnenpasteitje, Billriep dat jongemensch en haalde een geweldige pastei te voorschijn, »zulke heerlijke dingetjes, zóó fijn Bill, dat de beentjes smelten in je mond en je ze niet hoeft af te kluiven; een half pond thee van zes en een halve shilling, zoo prachtig sterk, dat, als je er kokend water opgiet de deksel van de trekpot er haast afvliegt; anderhalf pond poeiersuiker, zoo goed als de negers ze nooit gemaakt hebben, o nee!

Hij kon net precies onderscheiden, wat ze wegnam. Een heel klein popje, dat in luiers was gewikkeld! Ze nam het popje op haar schoot en begon het te prikken. Met groote, scherpe spelden prikte ze het. Ze bleef het steken, op 't hoofdje, op den rug, op de beentjes, en 't kind daarginder op het Hoog werd nu vreeselijk daardoor bezeerd.

Het kleintje in zijn wieg lag leutig op den rug te glimlachen, met blaasjesmond en wijd-open, helder schitterende oogen; en af en toe sloeg het juichend en spartelend armpjes en beentjes heen en weer, als een vogeltje dat weldra uit zijn nestje zal gaan vliegen. Dieper zuchtte Rozeke en zij keek haar beide kinderen met ontroerde teederheid aan.

"Men kan," zoo vervolgt het rapport, "de vlucht zijner verbeelding nauw meester worden, als men die volkomen herkenbare dieren ziet, met de kleinste beentjes en haartjes nog bewaard, die 2-3000 jaar geleden in Thebe of Memphis hun eigen priesters en altaren hadden... Maar zonder ons te verliezen in al die gedachten daarover willen we ons bepalen tot het resultaat uit dat deel der verzameling van Geoffroy, dat deze dieren volmaakt overeenkomen met die van tegenwoordig" .

Woord Van De Dag

arasbesken

Anderen Op Zoek