United States or Equatorial Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Geen koeltje zelfs woei er, en het spiegelbeeld der maan, dat als een zilveren schild op het watervlak scheen te drijven, bewees, dat de Nijl, die zich eerst zoo woest van de rotsen neêrstort en zoo driftig de reuzentempels van Opper-Egypte voorbijsnelt, daar, waar hij, in verscheidene armen verdeeld, de zee nadert, zijn onstuimig jagen heeft laten varen, om zich over te geven aan een kalme rust.

En daarna lachte zij weêr in zich zelve met gesloten mond, met denkende oogen over de vloer, terwijl de lach met rukken uit haar schuddende borst opsteeg, met een gekreun door haar keel, als een wind uit haar neusgaten wech woei. Zij kon zich nog niet van Zich zelf losmaken en op een afstand haar eigen ik en haar toestand beschouwen. Zij was nog geheel in zich zelve.

Ook wordt hier omstreeks nog al wat koren geteeld; onder weg had ik boeren gezien, die, bezig waren met het graan te zuiveren, niet met een wan- of kafmolen, maar door het, met een schop, in de hoogte te werpen terwijl het redelijk woei. Op die wijze stoof dan het kaf weg. De poort aan dezen kant ziet 'er nog al wel uit, doch het stadje zelve scheen niet veel te beteekenen.

Het was een koude avond; de wind woei snerpend en dikke wolken rustten op de duizendvoetenhooge rotsen, of werden door de spitse toppen vaneengescheurd. In sombere stilte gingen de reizigers langs de afgronden en onder de duistere galerijen tusschen de Duivelsbrug en den Pfaffensprung voort; de woeste natuur vervulde hen met ernst en bijna met schrik.

Een wervelwind woei. Het duurde nauwlijks twee, drie blikken der oogen. De nevel trok op; de wind verwoei om den burcht; de zon straalde, zinkende, door; bij de zonnebloemen blankte op Ysabele; zij school half bezwijmende in de armen weg van Gwinebant en zij waren schoon en lieflijk om te aanzien.

Vervolgens ging hij, met bleek gezicht en bevende handen, in de armen van mevrouw van Eboli, zijn vuur van geilheid blusschen, dat aangestoken was met de toorts van de wreedheid. En hij lachte niet. En mevrouw van Eboli ontving hem, uit vrees en geenszins uit liefde. De lucht was warm: van de kalme zee woei geen het minste windeken.

Hij waarde weer door groen en struiken naar de zijde waar de "Auverenberg" meteen zou opduiken. "Wat?".... dacht hij half-luid. Door de boomen heen zag hij eene groote vlag driekleurig golven. Die woei van de spits van den boortoren. Het kon niet anders. Ze hadden dus kool gevonden. Er kwam een beweging van trots in hem over die vondst.

Die van de stad zouden aldus den tijd hebben de klokken te luiden, het vuurwerk in gereedheid te brengen, het vleesch in den oven te zetten, de vaten aan te steken. Zekeren dag, dat de wind uit Brabant woei en de hemel helder was, zag Uilenspiegel, rond den middag, een grooten troep ruiters op fiere peerden, op den weg die naar Leupegem leidt. Sommigen droegen banieren.

Hij woei twee keer om, eer hij bij het woonhuis was, en eens gooide de wind hem in een plas, die zoo diep was, dat hij bijna verdronk. Maar hij kwam er toch. Hij klauterde een paar treden van de stoep op, kroop over een drempel, en kwam in de gang. De kamerdeur was dicht, maar in den eenen hoek was een gat voor de kat om er uit en in te gaan.

Er was eenige averij aan het schuitje gekomen, en nog des avonds moest dit gerepareerd worden. Een 175-tal soldaten hielden de touwen vast, om den kolossus aan de aarde gebonden te houden. Het woei hard, een vreeselijke rukwind stuwde den ballon voort; de mannen moesten loslaten, en de ballon zwierde in het duister met verbazende snelheid de lucht in.