United States or Democratic Republic of the Congo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Haar breede vlieghuid reikt tot aan den handwortel, de staart is tweerijig, vedervormig behaard; de beharing van de ooren is middelmatig lang. Dit sierlijke diertje is ongeveer zoo groot als een Huismuis.

Bij de vogels, de dieren der lucht bij uitnemendheid, bestaan de vleugels uit onbuigzame pennen, die met haar ééne uiteinde bevestigd zijn aan eene platte en bijna onbeweeglijke stomp; de twee beenderen van den middenarm kunnen niet om elkander draaien, en de handwortel bestaat slechts uit twee kleine beentjes; de hand bestaat uit eenen weinig ontwikkelden duim, eenen pink en eenen middenvinger, die uit twee leden bestaat.

Dit wapen draagt men als een stok en gebruikt het als werpspies. De bezoar-ballen, die men in de maag van deze Antilope vindt, worden als een bijzonder werkzaam geneesmiddel beschouwd en zijn daarom zeer gezocht. Haar staart is kort en aan de spits met een haarkwast voorzien, overigens hebben zij geen andere haarbundels dan aan den handwortel. Beide geslachten zijn gehoornd.

Zij trekken daartoe de achterpooten naar voren onder den romp en lichten intusschen het achterlijf op, waardoor het geheele lichaam een stoot naar voren ontvangt; de handwortel en vooral de klauw van den duim doen hierbij geen anderen dienst, dan dat zij het voorste gedeelte van 't lichaam ondersteunen. Toch kunnen eenige soorten bijna zoo snel vooruit komen als een Rat.

De voeten hebben meestal vijf teenen, die echter, evenals de handwortel en de voetwortel zeer verschillend ontwikkeld kunnen zijn. In hun spierstelsel is vooral belangrijk de sterke ontwikkeling van de algemeene huidspier, waardoor bij den Egel het samenrollen van het lichaam en het oprichten der stekels wordt bewerkt.

Bovendien wordt het voorste deel van de fladderhuid nog gesteund door een beenige spoor aan den handwortel. De staart, een krachtig stuurorgaan, is altijd flink ontwikkeld; bij de verschillende soorten echter ongelijk behaard, bij die van de eene groep n.l. eenvoudig ruig, bij die van de andere bovendien tweerijig. Hierbij komen nog geringe verschillen in de samenstelling van het gebit.