United States or Guernsey ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen ik het griezelige dier wegjoeg, kroop het onder de boekenkast; Polly was er dadelijk bij; hij bukte en keek onder de kast, en riep op zijn dwazen toon met een knipoogje: "Kom er uit en ga mee wandelen, liefje." Ik kon niet helpen dat ik moest lachen, maar Pol begon te vloeken, zoodat Tante wakker werd en ons alle twee beknorde."

"Neen," antwoordde Robrecht, "mijn zwaard is met zoveel kracht op zijn helm gevallen dat hij in geen drie dagen spreken zal; nochtans is hij niet dood. God zij geloofd! Maar een ander ongeluk is ons heden overkomen. Adolf van Nieuwland, mijn wapenmakker zijnde, vocht tegen De St.-Pol.

Zult gij als een lafaard de dood van Mijnheer d'Artois en van al onze broeders ongewroken laten? O ik bid u, om de eer van Frankrijk doe het niet. Laat ons liever sterven om die schande te ontgaan. Leid uw scharen vooruit, misschien zult gij met uw verse benden de zege bevechten." Guy de St.-Pol wilde van geen strijden horen, de vrees had hem bevangen.

Wij waren volop aan het dichten onder den invloed van Pol de Mont en Hélène Swarth, toen wij door bemiddelling van "Van nu en straks" de "Nieuwe Gids" leerden kennen. Maar het was Van Langendonck vooral, die voor ons de openbaring was. Ik mag gerust zeggen, dat de invloed van "De N.G." niet groot geweest is.

Tha stjurar segath Ljvwrd, men thåt is wansprêke. Bi mina jüged was-t ôre lând, thåt bûta tha hringdik lêid, al pol ånd brok. Men Fryas folk is diger ånd flitich, hja wrdon mod ner wirg, thrvchdam hjara dol to tha besta lêide.

Hij had wel voorzien dat de Bruggelingen, volgens hun oude gewoonte, de poorten zouden gesloten hebben, en had zich derhalve ook tot het verijdelen van die hinderpaal bereid gemaakt. Zijn broeder, Guy de St.-Pol, moest hem een talrijk voetvolk en de nodige werktuigen tot de bestorming aanbrengen.

Guy de St.-Pol had er bij Rijsel vijfduizend in een bende vergaderd en meende met dezelve in Frankrijk te trekken, maar, een gedeelte des Vlaamsen legers hem aanvallende, werd hij in een bloedig gevecht verslagen en meest al zijn mannen vonden daar de dood, die hen op het slagveld te Kortrijk had gespaard.

"Komaan, De Chatillon," morde De St.-Pol tegen zijn broeder, "stijg op het ros van uw schildknaap en laat ons gaan, want Mijnheer De Valois is een ongelovige volksgezinde." Intussen hadden de schildknapen hun wapens in de schede gestoken, en waren zij nu bezig met de paarden hunner meesters vooruit te brengen. "Zijt gij klaar, Mijne heren?" vroeg De Valois.

Ziende dat Gwyde zich op een enkele rij met zijn volk geschaard had, verdeelde hij zijn leger in drie lichamen ; het tweede behield hij onder zijn eigen bevel, en vormde hetzelve uit de beste benden ten getale van vijftienduizend uitgelezen ruiters; het derde, dat de achterwacht hebben moest, en tot de bewaring der legerplaats bestemd was, liet hij onder het bevel van Guy de St.-Pol.

De andere Vlamingen, zo woedend als hij, vielen langs alle kanten op de soldeniers, en hun juichende kreten verdoofden de doodskreten der stervende Fransen . Terwijl er in dier voege op de voorhof en op de wallen van het slot gevochten werd, had de Kastelein, Mijnheer De St.-Pol, in allerhaast enige paarden doen zadelen.