Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
Ik stijg hooger dan de maan, hooger dan de nacht, Ik ontdek dat de doodsbleeke schemer een weerschijn is van de middagzonnestralen, En goed doet aan het hechtste en middenste van alle leven, groot of klein. Verleden en heden wijken naar achteren ik heb er aan gegeven, ik heb er aan ontleend, Nu arbeid ik door en vervul den arbeid van de toekomst. Gij daar die naar mij luistert!
DE BROEDER. Lief zusterken, daar hebs du de twee zoenen. DE ZUSTER. Vaarwel, broeder; zeg moeder, dat zij spoedig kome, en kom du insgelijks; vader zal ik in den hemel vinden en als gij beiden zult gekomen zijn, zullen wij te zamen zingen voor des Heeren troon. Vaarwel, daar slaat de engel zijne vlerken uit, ik stijg op met hem langs de baan des lichts! DE BROEDER. Dood!
"Komaan, De Chatillon," morde De St.-Pol tegen zijn broeder, "stijg op het ros van uw schildknaap en laat ons gaan, want Mijnheer De Valois is een ongelovige volksgezinde." Intussen hadden de schildknapen hun wapens in de schede gestoken, en waren zij nu bezig met de paarden hunner meesters vooruit te brengen. "Zijt gij klaar, Mijne heren?" vroeg De Valois.
Schaf u twee schoone rossen aan, gitzwart, Om uw wraakgier'gen wagen vaart te geven En moord'naars in hun holen op te sporen; Is dan uw wagen van hun hoofden vol, Dan stijg ik af en draaf ter zij van 't wiel, Gelijk een lage knecht, den ganschen dag, Van Hyperions opkomst in het oosten, Tot hij verzinkt, verdwenen is in zee; En dag op dag doe ik dit zware werk, Verdelgt gij hen daar, Vrouwenkracht en Moord.
En toch, hoe welkom zijn mij nacht en dag, 't Zij voor den een de morgenrijp verdwijnt, 't Zij sterrig, donker, langzaam, de ander stijg' In 't loodblauw Oosten; want dan leiden zij De wiekloos-kruipende Uren, waarvan een Gelijk een sombre priester 't weigrig offer U, wreede koning, sleuren zal om 't bloed Te kussen van dees voeten bleek, die dan U trappen konden, als zoo'n slaaf in 't stof Niet werd veracht door hen.
Mijn renpaarden voedde het weerlicht, Zij drinken van 's wervelwinds vloed, En zij baden in 't purperen meer zich, 't Frisch meer van den morgenzon-gloed. Hun sterkte volstaat voor hun spoed; Stijg dan op met mij, Zeegeboorne! Ik verlang, door den nacht vaart een lichtschijn; Ik vrees, zij ontvlieden de' orkaan; Eer de wolken om de' Atlas gezwicht zijn, Omcirklen wij de aarde en de maan.
Wanneer gij het verlangt, ben ik er gaarne toe bereid, want de Profeet zegt: wie een ziel verlost uit de hel, komt bij zijn dood dadelijk in den derden Hemel, maar wie twee zielen redt, krijgt dadelijk een plaats in den vijfden. Verdien dan uw plaats in den vijfden. Wij zijn bereid u er in te helpen. Stijg dus af, o heilige man, en maak ons even vroom als gij zijt!
Doch de meeste lekkernijen kunnen mijn europeeschen smaak niet bekoren, en ik bepaal me dus tot den aankoop van vruchten, welke ik onderweg successievelijk oppeuzel. De trein zet zich in beweging en ik stijg dus weder in. Het landschap wordt steeds grilliger en woester. Tegen 5 uur is het een onafgebroken stijgen en onder zuchten en steunen voert de zware locomotief ons tegen de bergen op.
"Heer," zeide Sancho Panza, na dat gejammer een poosje geduldig te hebben aangehoord, "heer, ik zou zeggen, dat ge nu lang genoeg gelamenteerd hebt. Stijg te paard en laat ons eene herberg opzoeken, want ik blaf van honger." Don Quichot vermande zich en besteeg al zuchtend en kreunend Rocinante. "Rij voorop, vriend," beval hij den schildknaap. "Ik wil den weg volgen, dien gij inslaan zult."
De piqueur zei lachend: 'Nu kavalier, stijg maar op. Ik verheugde mij en werd bang, doch deed mijn best om dit niet te laten merken. Ik trachtte den stijgbeugel te pakken, maar kon het niet, want ik was te klein.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek