United States or Somalia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Eerst dacht hij wel, dat het hem onmogelijk zou zijn rauwe visch te eten, maar toen kreeg hij toch lust het te probeeren. Hij voelde, of hij zijn mes wel bij zich had, en jawel! het hing in de schede achter aan een knoop van zijn broek, maar het was zoo klein geworden, dat het niet eens zoo lang als een lucifer was.

Sprookjes uit de kinderkamer, waar de kleintjes op lage bankjes zaten om de grijze sprookjesvertelster, of van 't vuur in de hut, waar de knechts en de daglooners zaten te praten, terwijl de damp uit hun natte kleeren sloeg en ze 't mes uit de lederen schede trokken om de boter op hun dikke, zachte sneê brood te smeren; of uit de zalen waar de oude heeren in schommelstoelen zaten en over den ouden tijd spraken bij hun dampende toddy.

"De graaf wil dat gij onmiddellijk voor hem verschijnt, Arnulf. Toon u onderdanig uit voorzichtigheid." "Het zij zoo, kastelein; leid mij tot den graaf, maar behoed mij voor hoon en onrecht," mompelde Arnulf, terwijl hij zijn swaard in de schede stak en, door wel vijftig Kerels gevolgd, naar de stelling vooruitstapte.

Het was een stuk geschiedenis, in dat lied vervat; het eerste sein tot de zoo moeizaam verworven, zoo naijverig bewaakte vrijheid; eene herinnering, des te heiliger, waar de verdediging van diezelfde vrijheid over luttele maanden wederom het zwaard uit de schede zou roepen.

Zoo moesten de tegenstanders, wilden zij niet de zwaarste straffen over zich zien gebracht, den degen in de schede steken, onmiddellijk als een vrouw, een priester of een ridder het hun beval. Men zou geneigd zijn te denken, dat de duels in zulke omstandigheden zelden bloedig zouden zijn. Dat is echter een dwaling.

Zodra men hem bemerkte, liep hij met een onverstaanbare grimlach tussen de bomen van het woud, bleef op een afstand staan en toog zijn mes uit de schede. "Mijnheer De Chatillon!" riep hij dreigend. "Bezie dit mes wel, opdat gij het herkennen moogt wanneer het u tussen hals en nek zal glijden!" "Is er dan geen mijner dienaren die mij wreken zal?" schreeuwde De Chatillon met woede.

Zijne Majesteit, die een uiterst moedig vorst was, was minder ontsteld dan ik verwachten kon; hij beval mij haar weer in de schede te steken en zoo zacht ik kon haar op den grond te werpen, tot ongeveer zes voet van 't eind van mijn keten. Het volgende voorwerp dat hij vroeg was een van de holle ijzeren pilaren, waarmee hij mijn zakpistool bedoelde.

Eer hij deze woorden gesproken had, steeg er een zware lijfknecht van zijn paard en liep met blote degen op de jongeling aan. Deze in plaats van zich met zijn mes te willen verdedigen, stak het in de schede en wachtte met gesloten vuisten op zijn vijand. "Gij gaat sterven, vervloekte Vlaming!" riep de lijfknecht, zijn wapen op hem sturende.

Hierop ging hij enige treden achterwaarts, plaatste zich met de rug tegen een boom, stroopte de mouwen van zijn kolder tot aan de schouders op, en toog zijn blikkerend kruismes uit de schede. De ronde spieren van zijn blote armen waren gespannen, en zijn gelaat kreeg iets in zich dat de leeuwen eigen is. "Wee degene die mij raakt!" riep hij met kracht.

Om zijn middel was een ouderwetsche schede gegord, doch er stak geen zwaard in, en zij was geheel doorvreten van den roest. "Iemand als ik heb je nooit te voren gezien, he!" riep de Geest uit. "Nooit," antwoordde Scrooge. "Ik geloof het niet," zei Scrooge. "Ik vrees van niet. Hebt ge veel broeders, Geest?" "Meer dan achttienhonderd," zei de Geest.