United States or United Arab Emirates ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gedurende die korte twist hadden de andere ridders met verschillende gevoelens op de stoute woorden van Robrecht geluisterd; velen der Fransen werden gram om des Vlamings woorden, doch de wetten der eer beletten hun zich met de twee vijanden te bemoeien. Charles de Valois schudde het hoofd met ongeduld en deed op zijn gelaatstrekken lezen dat deze twist hem grotelijks mishaagde.

Prins Gamuret, de tweede zoon van den koning van Anjou, was gehuwd met Herzeleide, de jonge koningin van Noord-Wallis en Valois. Het erfdeel, dat hem als jongeren zoon bij den dood zijns vaders werd toegewezen, bestond uit eenige sterke burchten, omringd door welige landerijen, die voldoende opbrachten om hem een bestaan te doen voeren, een koningszoon waardig.

De ridders kwamen met nieuwsgierigheid dichter bij elkaar, en lieten de Graaf De Valois een weinig vooruitgaan. Wanneer hij genoeg van hen verwijderd was, om hun woorden niet te kunnen verstaan, sprak de Kanselier: "Luistert onze genadige Koning Philippe le Bel heeft geen geld meer.

"Komaan, De Chatillon," morde De St.-Pol tegen zijn broeder, "stijg op het ros van uw schildknaap en laat ons gaan, want Mijnheer De Valois is een ongelovige volksgezinde." Intussen hadden de schildknapen hun wapens in de schede gestoken, en waren zij nu bezig met de paarden hunner meesters vooruit te brengen. "Zijt gij klaar, Mijne heren?" vroeg De Valois.

"Hij zal u genadiglijk ontvangen en het land van Vlaanderen en uw dochter doen verlossen, wees zeker van mijn woorden, want mijn broeder is in de afwezenheid der Koningin de grootmoedigste Vorst." "Gedankt zij uw goede Engel om die gelukkige ingeving; en gij, Meneer De Valois, om uw edele moed!" sprak Gwyde met blijdschap.

"Ik hoor wel dat gij het weet," antwoordde De Valois met nadruk, "ik verzoek u, het dan ook zo te doen. De eer bestaat niet in ijdele woorden, Mijnheer De Chatillon! Wat geeft het dat de wetten van het ridderschap op de tong liggen, wanneer zij niet in het hart geschreven staan? Wie met zijn minderen niet edelmoedig is, kan het niet met zijn gelijken zijn. Gij verstaat mij, Mijnheer De Chatillon!"

Dit is niet natuurlijk." "Behekst land!" antwoordde De Chatillon mistroostig. "Mijn paard breekt de nek, mijn trouwe lijfknecht bekoopt het met zijn leven het is een ongelukkige dag.... Knapen, neemt het lichaam van uw genoot; draagt het zo gij best kunt naar het eerste dorp; dat men hem geneze of begrave.... Ik bid u, Mijne heren, dat de Graaf De Valois niets van het voorval wete."

Ik weet een middel om uw dochter te verlossen en uw graafschap weder te krijgen." "Ja," riep Gwyde met twijfel, "ik geloof het niet, Mijnheer De Valois, tenzij uw Koningin, Johanna van Navarra, overleden ware." "Neen, dit niet. Onze Koning, Philippe le Bel, houdt open Hof te Compiègne. Mijn schoonzuster Johanna is te Parijs en Enguerrand de Marigny met haar.

Het waren Filips van Valois, neef van den overleden koning en Eduard III, koning van Engeland. Een verschrikkelijke strijd, de honderdjarige oorlog, brak uit tusschen Frankrijk en Engeland. De graaf van Vlaanderen, Lodewijk van Nevers, koos partij voor Filips van Valois en wilde Vlaanderen in een verbond met Frankrijk betrekken.

Ik bid u, toont hem niet dat gij als overwinnaars komt en vergroot zijn lijden niet door hoogmoedige woorden." "Maar, Graaf De Valois," viel De Chatillon bitsig uit, "denkt gij, dat wij de wetten des ridderschaps niet kennen? Weet ik niet dat het een Franse ridder betaamt, zich na de zegepraal edelmoedig te gedragen?"