Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 oktober 2025


"Mijnheer Van Bethune," antwoordde De Valois met spijt, "uw woorden zijn zeer driftig. Ik denk niet dat gij het inzicht hebt mij te honen of te bedroeven?" "Ho neen, op mijn eer!" sprak Robrecht. "Uw grootmoedigheid heeft mij uw vriend gemaakt; maar gij kunt immers toch niet met overtuiging zeggen, dat uw koning een trouwe ridder is?"

Het is echter een waarheid, dat de dood van die minister meer aan de aanhouding van de Graaf Gwyde, dan aan zijn eigen misdaden te wijten is, en dat Charles de Valois hem deed hangen om zich over dit verraad te wreken. Arme roosje! pas ontloken, Eerst sinds dezen morgenstond, Ligt gy van den stam gebroken, Reeds vertrappeld op den grond?

Daarna treedt Regnault de Chartres, de Aartsbisschop, naar voren en wordt Karel van Valois gezalfd met de geheimzinnige, heilige olie die te Reims bewaard wordt en nooit vermindert, en vervolgens drukt de Aartsbisschop, bijgestaan door twaalf pairs, den koning de kroon, die in de schatkamer van de kathedraal aanwezig was, op het hoofd.

Ieder zocht een vriend of een makker om de reis door samenspraak en boerterij te verkorten; zelfs waren veel vrouwen tot bij de ridders genaderd. Niettegenstaande was Gwyde van Vlaanderen met Charles de Valois nog vooraan, want niemand zou onbeleefd genoeg zijn om hen voorbij te rennen.

"Mevrouw," viel Charles bitsig uit, "u betaamt het niet de broeder van Philippe le Bel van ontrouw te beschuldigen. Zal er om uwentwil gezegd worden, dat Charles de Valois een ongelukkige Landheer verraden heeft? Zal die schande over mijn wapenen komen! Neen o Hemel! Dit zal niet geschieden.

De een was de heer Gillenormand, de andere de graaf de Lamothe Valois, van wien men elkander met een zweem van toegevendheid toefluisterde: "Ge weet wel, het is Lamothe van dat parelsnoer." Partijen verleenen zonderlinge amnestieën.

Ik gevoel uw droefheid alsof uw rampen mij getroffen hadden. Alle hoop is niet verloren; mijn koninklijke broeder zal, op mijn bede, het verleden vergeven en vergeten." "Mijnheer De Valois," antwoordde Gwyde, "gij bedriegt u. Uw Vorst heeft getoond dat Vlaanderens ondergang zijn hoogste wens is. Heeft hij mijn onderdanen niet tegen mij opgestookt?

Op staatkundig gebied waren zij nog minder thuis, hoewel zij wellicht Jakobus-Gezinden mochten heeten, die eenige vooringenomenheid jegens het regeerend huis van Hannover koesterden en een gedachte wijdden aan den laatsten der Stuarts, zooals een Franschman aan den laatsten koning uit het huis van Valois zou kunnen denken. Maar in gevoels-kwestiën waren zij geheel vreemdelingen.

Deze mijnheer de Lamothe was in dien salon door zijn vermaardheid "in tel" en, zonderling, ook door den naam van Valois. Wat den heer Gillenormand betreft, de achting, die men hem toonde, was van volkomen goed allooi. Zijn gezag was erkend.

"Waarlijk Graaf, ik versta niet waarom gij altijd het geringe volk tegen de Edelen voorstaat. Zal die Vlaming zich beroemen dat hij een Franse ridder ongestraft gehoond heeft? En zegt gij het, Mijne heren, heeft hij de dood niet verdiend?" "Mijnheer De Valois ," antwoordde De St.-Pol, "verleen mijn broeder de kleine vertroosting, die Vlaming te zien hangen.

Woord Van De Dag

palaemon

Anderen Op Zoek