United States or Cuba ? Vote for the TOP Country of the Week !


De Nederlanders koesterden nl. de gegronde vrees, dat de Chineezen tengevolge van die rooftochten den pas begonnen handel op Formosa en Batavia weder zouden laten varen.

Hoe meer het water golfde en klotste en spatte, hoe liever 't ons was. De eenige voor wien we eenige vrees koesterden, dat was de molenaar. En eigenlijk waren we ook voor hem niet bang, we konden hem gauw genoeg ontvluchten. We waren voor niemand bang.

Groot was de vereering, die de vrouwen van het gouden Mainz voor den zanger koesterden. Dit bleek gedurende zijn léven, maar meer nog bij zijn dood. Niet te beschrijven was de droefheid van het dankbare, zwakke geslacht, toen het bericht kwam, dat de lier van den geliefden minnezanger voor altijd verstomd was.

Het was dus natuurlijk, dat eene onderlinge sympathie hen verbond; en die sympathie was weldra in eene hartelijke toegenegenheid overgegaan. Wanneer zij onder elkander waren, dan gaven Li en Makatit den jongen ingenieur een eenvoudigen en aandoenlijken naam, die den aard van het gevoel, dat zij voor hem koesterden, volkomen aanduidde.

Als Texar I de stad verliet, om een andere vooraf beraamde onderneming ten uitvoer te leggen, dan verving Texar II hem bij de uitoefening zijner waardigheid, en dat zonder dat hunne medeplichtigen of partijgangers omtrent die persoonsverwisseling eenige gissing koesterden.

Aerschot was in Vlaanderen niet bemind; de vrienden der vrijheid vertrouwden hem niet, zij koesterden omtrent hem de zeker niet geheel ongegronde verdenking, dat hij wellicht te gelegener tijd, wanneer hij er voordeel in zag, tot den vijand zou overloopen.

De vogelen hernieuwden het lied, dat zij den vorigen avond door matheid waren gedwongen af te breken, en koesterden hunne beregende vleugelen in de warmte der zonnestralen, wier verschroeijenden gloed zij gisteren onder de schaduw van het geboomte hadden ontdoken; de bloemen, door den plasregen neêrgebogen, waagden het op nieuw hare kruinen omhoog te heffen; en het geboomte spreidde weder zijne bladeren uit, die den vorigen dag slap hadden neêrgehangen.

Niet alleen moet men daar het gewoel en het gedrang beletten, maar tevens het lijk tegen allen hoon beschermen; want de woeste gezellen van Burchard kunnen terugkeeren, en zij zouden hun slachtoffer niet eerbiedigen. Daarenboven, vele poorters koesterden eenen even vurigen haat tegen graaf Karel. Er zijn ijselijkheden genoeg gepleegd.

De eene Aap was twistziek en bijtlustig, de andere vreedzaam en mak, een derde brommig, een vierde altijd vroolijk, deze rustig en eenvoudig, gene geslepen, sluw en aanhoudend bezig met het beramen van booze plannen en streken; alle kwamen echter in dit opzicht met elkander overeen, dat zij grootere dieren graag een poets wilden spelen, kleinere echter beschermden, koesterden en verzorgden.

Op die wijze meende Venetië de instandhouding zijner staatsinstellingen te moeten waarborgen. De inquisitie had het inzonderheid gemunt op hen, van wie men ook slechts vermoeden kon dat zij eerzuchtige of staatkundige ontwerpen koesterden.