Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
Naar het schijnt, waren de Egyptenaars en de Indiërs de eenige volken der oudheid, die voor de Apen een zekeren eerbied koesterden. Dat de oude bewoners van het Nijldal ze onder de heilige dieren rekenden, kan men afleiden uit de beeldhouwwerken, waarop goden in de gedaante van Apen of althans met aapachtige lichaamsdeelen zijn voorgesteld.
Behalve hun gewoon gekir, vernam men van hen, vooral als hun aandacht op het voedsel gevestigd werd, een sterker geluid, dat door hun naam "oeïstitie" vrij goed nagebootst wordt; dit riepen zij dikwijls meermalen achtereen. Als zij verzadigd waren en uitrustten, of zich in de zon koesterden, lieten de oudste dieren soms met wijd opengesperden bek een langdurig, eentonig gefluit hooren.
Terwijl de harten van Tristan en Isolde zich koesterden in warmen gloed, verstijfden hunne lichamen in de barre koude en allengs zag onze held, hoe zijne geliefde er bleek en lijdend begon uit te zien, terwijl Isolde hetzelfde bij Tristan ontwaarde.
Hoe is het nu mogelijk te bewijzen, dat de oude Egyptenaren het geloof koesterden, dat dergelijke dingen een ziel bezaten, welke bewustzijn had en een eigen persoonlijkheid? In de eerste plaats wat betreft het geloof van de oude Egyptenaren, dat de mensch zelf een ziel bezat. De opvatting nu over de ziel, als vogel voorgesteld, is algemeen verbreid onder de meeste wilde en onbeschaafde volken.
Zijn gesprek met Maritz had tijdelike vrede geschonken aan zijn gemoed. Waar hij ook rondwandelde, Potgieter liep hij niet tegen het lijf. Voor de tenten vond hij velen, die in de jongste aanval gewond en verminkt waren, maar tans herstellende, zich koesterden in de morgenzon.
Ook twee andere vurige wenschen van den prins: het sluiten van een overeenkomst tusschen katholieken en protestanten op het stuk van godsdienst en van een verbond met Engeland, gingen thans in vervulling over. De prins had met de Calvinistische geloofsbelijdenis niet den bitteren haat overgenomen, dien de Calvinisten toenmaals jegens alle andersdenkenden koesterden.
Bij het rookende en bewegende licht der toortsen worden de schaduwen bovenmatig lang en geven iets fantastisch aan de mantels der officieren. Eindelijk gaat de groep voorbij. Toen zouden we rustig hebben kunnen slapen, als er niet zoo'n volkomen gemis aan comfort was geweest, en als we niet de vrees koesterden voor nieuwe schokken.
En zoo was nu de Eerste Pinksterdag aangebroken; voor de huisdeur stonden twee lichtgroene Meiboomen, als kaarsen zoo recht, en van de bovenste takken waaiden roode linten in den warmen lentewind; de duiven zaten allen naast elkander op het dak, en kirden en koesterden zich, en Peter, die van zijne zitplaats de vurige bruinen in toom hield, had ook een rood lint om zijne zweep gewonden.
Zij zagen elkander eene pooze aan, en het werd hun eensklaps alsof zij beiden vele stille grieven tegen elkaâr koesterden, grieven, die zich hadden opgestapeld onder de vriendschappelijkheid van hun samenzijn, grieven, die zij op het punt waren elkaâr in het gezicht te smijten als lage beleedigingen. Toen werd Bertie meester van zichzelven. Hij bedacht zich of hij zich niet vergeten had.
Dit zeer opmerkelijke feit toont ons den onverzoenlijken haat, dien de Indianen jegens de Spanjaarden koesterden, en verklaart ons tevens, hoe steden, die tijdens de verovering nog dichtbevolkt waren, op een gegeven oogenblik eensklaps geheel verlaten zijn. Het is nu ook duidelijk, dat men zich niet op dit verlaten zijn beroepen kan ten bewijze van de oudheid dier steden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek