United States or Algeria ? Vote for the TOP Country of the Week !


De werkingen der stof zijn op en in haar heviger geweest dan met onze Aarde het geval is. Dit blijkt uit haren tegenwoordigen opgereten, verstijfden, doodschen toestand. Oorspronkelijk waren de Aarde en de Maan, beiden groote gaskogels, overgegaan, eerst in vloeistoffen, later in vaste zelfstandigheden.

Zoo bleven wij acht dagen tusschen Lier en Leuven in de grootste hitte dwalen, elken dag tien of twaalf uren gaande, zonder voedsel en drank, en letterlijk verzengd door de hitte. Wij aten de schors der mastboomen en droegen voor den dorst eenen geweerkogel in den mond; des nachts lagen wij op den grond en verstijfden van den overvloedigen morgendauw.

Na de opheffing van het edikt van Nantes had een groote stroom van Fransche émigranten, gelijk reeds eenmaal in de 16de eeuw, zich over Genève uitgegoten. Onder dit later geslacht van protestantsche vluchtelingen waren mannen van ruimer levens-inzicht en wijder ontwikkeling dan de burgers van Genève bezaten, waar de oude denkvormen allengs verstijfden.

Zij hield, terwijl ze sprak, haar doorschoten hand tegen haar borst gedrukt, waar een andere opening was, en waaruit nu en dan een stroom bloed vloeide als wijn uit een open spongat. Marius beschouwde het ongelukkig schepsel met innig medelijden. "O!" riep zij eensklaps uit, "nu komt het weder. Ik stik." Zij greep haar kiel en beet er in; haar beenen verstijfden op de straatsteenen.

Terwijl de harten van Tristan en Isolde zich koesterden in warmen gloed, verstijfden hunne lichamen in de barre koude en allengs zag onze held, hoe zijne geliefde er bleek en lijdend begon uit te zien, terwijl Isolde hetzelfde bij Tristan ontwaarde.

Tegen éen uur 's morgens was ik erg vermoeid; mijne leden verstijfden door hevige krampen; Koenraad moest mij ondersteunen, en nu rustte de zorg voor ons behoud op hem alleen. Ik hoorde den armen jongen hijgen; zijn ademhaling werd kort en gejaagd. Ik begreep dat het niet lang meer duren kon. "Laat mij los, laat mij los!"

Ik pakte ze beet en stak eerst vijf van hen in mijn rechterjaszak; den zesden nam ik in mijn linkerhand alsof ik hem wilde opeten. Het manneke piepte van angst, als een jong konijn wanneer de vos hem te pakken heeft. En toen ik nu ook mijn zakmes trok dat tweemaal zoo lang was als de heele misdadiger, verstijfden allen van schrik.

Met beide handen den spijker aanvattende, slaagde ik er eindelijk in hem los te rukken. Van dat oogenblik af, geloofde ik aan mijn redding. Mijn plan was eenvoudig. Ik plaatste de punt van den spijker in het deksel en een lange lijn trekkende poogde ik die al dieper en dieper te maken tot een volkomen spleet ontstond. Mijn handen verstijfden; ik hield echter hardnekkig vol.

De bladeren en takken verstijfden en klonken zich samen, schoten op in een vaart tot zwarte torens en zij bogen zich schuins, om neêr te storten op Mathilde en op het huis. Maar de grauwe zee raasde voort, hooger klimmend, woester stroomend. De boomen vielen er in wech, verdronken, en steigerden als reuzige zwarte golven, hemelhoog er weêr uit op. Mathilde zag naar boven, zag op zij.

Dan was het te vergeefs dat die ongelukkigen, voelende dat zij verstijfden, weer opstonden en sprakeloos, versuft en half verdoofd als automaten eenige passen voorwaarts deden... Zij waggelden en kwamen niet meer verder; uit hun ontstoken oogen vloeiden in werkelijkheid bloedige tranen; hun borst stootte diepe zuchten uit; zij zagen met een verschrikten, starenden blik naar den hemel, vervolgens naar hun makkers en naar dien bevroren grond.