United States or Bermuda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wetenschap, in den waren zin des woords, zelfs van de meest gewone soort, moet ge bij de onderwijzers evenmin zoeken als bij de leerlingen: hetgeen evenwel niet belet dat de mollahs een zeer hoogen dunk van zichzelven hebben, en ook door het publiek met eerbied worden aangestaard. Ik herinner mij nog zeer goed het kleine manneke, dat ik in de voornaamste moskee ontmoette.

Gij zegt dat uwe vaderen dit gedaan hebben; als zij wél hebben gedaan, doe ik ook wél." Deze rede, gedeeltelijk zittende, gedeeltelijk op en neer stappende uitgesproken, met tranen, flikkerende oogen en wanhopige gebaren was te veel voor het goedhartige, oude manneke, tot wien zij gericht werd en die een grooten gelen zijden zakdoek had uitgehaald waarmede hij ijverig zijn gezicht afveegde.

Ons manneke was daarop echter bedacht; hij haastte zich niet en het duurde een heel poosje, eer zijn grappig rond figuurtje langs den hoek der straat verdween. "Ziezoo, die zal wel veilig bij zijn moeder komen," zei de bediende, den winkel weer binnengaand. "En wat moet jij nu hebben, Elsje?" vroeg hij, zich tot een meisje wendend, dat geduldig bij de toonbank stond te wachten.

"Mooi zoo," zei Flipsen, die zijn boekje met een flap dichtsloeg, "daar zal je wel meer van hooren, manneke. Jullie doet maar, of er geen overheid bestaat. Maar 't zal je berouwen." Toen Jan het aan zijn vader vertelde, haalde deze glimlachend de schouders op. "Wat bezielt dien man toch," zei hij. "Maak je maar niet ongerust, 't is een storm in een glas water.

"Hij moet niet probeeren me te slaan," dacht de brutale knaap, "want dan zal ik het den Burgemeester gaan vertellen, en dan zal hij leelijk tegen de lamp loopen!" Maar meester sloeg niet. Hij legde een pen voor Douwes neer en zei: "Komaan, manneke, nu zullen we al het werk, dat we vanmorgen hier onder schooltijd gedaan hebben, met ons beitjes eens na schooltijd doen. Vindt je het goed?"

Moet jij wat uit de apotheek hebben manneke?" zegt Van Hake. "Nee, twee gulden en vijf en dertig centjes. Vader was bang dat ie ze anders niet krijgen zou." Thom werd bloedrood en had dat kleine monster wel in den vijzel willen platstampen. "Twee gulden vijf en dertig centen. Is 't goed dokter; zal ik 't maar betalen?" 't Was goed. Thom betaalde.

"Almachtig! het dispuut van onze filosophen zal niet zoo gauw afgeloopen zijn; hier komen versche troepen; de drie mannen, die nu binnen komen zullen er ongetwijfeld aan deelnemen. Maar zie je die twee origineelen, die daar weggaan? Dat kleine manneke met zijn taan-kleurig gezicht is don Julie de Villanano. Hij is een fatje, die zich meestal met honden vermaakt.

Toen hij nu zoo loopt te grienen komt hem zoo'n klein manneke tegen, dat zei: »man wat grien je, ben je zoo bedroeft?» »O,« zei Jan, »ik heb mijn zoon voor een jaar bij een gauwdiefmeester in de leer gedaan, en die heeft mij gezegd, dat ik over een jaar terug moet komen, en als ik dan mijn zoon niet ken, zou ik hem tweehonderd rijksdaalders geven, en als ik hem ken, hoef ik niks te geven.

Bus, die de potaarde van de handen slaat, neemt het pakje aan en vraagt: "Van wie kumt dat, manneke?" "Ja dat mocht ik niet zeggen. 'k Gleuf van De Zonsberg." "Zoo! bestig!" In de kleine ontbijtkamer aan den tuin stond Helmond, met een groote maar fijne bouquet in de hand, op zijn jarige vrouw te wachten. Hij heeft haar doen weten dat alles gereed was.

Daarna vertelde zij zoo kleurig hoe vanuit alle hoeken der kamer een grijs manneke haar geplaagd en bespot had, dat de jongejuffrouwen Oster schuchter naar alle zijden omzagen en dra onrustig en rillerig werden. Toen kwam Fransje met de kokende koffie binnen en alle drie, tot bezinning komend, lachten om eigen zotheid.