United States or Liberia ? Vote for the TOP Country of the Week !


We meenen 't fatsoen, herhaalde Fransjen, alsof-i wat ophelderde. Wouter zag beiden beurtelings aan, en scheen begrip tekort te komen. Zeg jy 't maar, Gus. Ja, Wouter, onze pa is in de diakenie, weetje, en-i gaat rond met 'n zakje, en by ons "op" de gracht... Ja, riep Fransje, by ons op de gracht... weetje... daar woont m'nheer Krullewinkel die 'n buiten heeft... En 'n balkon ...

't Was 'n platte lage poort in welks buurt het altyd zoo naar asch rook, en waar-i eens dien sprong had gedaan, toen hy met Fransje Halleman was weggebleven van de katechizatie, die meende dat Wouter niet durfde wegblyven en van de poort springen. Maar Wouter durfde wèl, en deed het, juist omdat Fransje Halleman getwyfeld had aan z'n durven.

Veronica zag den hofraad met doordringenden blik aan, zeggende: „Reeds lang wist ik, dat gij mij huwen wildet Het zij zoo ik geef u mijn hart en hand, maar tegelijk moet ik u u beiden namelijk, mijn vader en verloofde, velerlei bekennen, dat mijn geest en gemoed drukt juist nu, al zou daarbij de soep koud worden, die Fransje, zooals ik zie, juist ter tafel brengt.” Zonder het antwoord van den conrector of den hofraad af te wachten, ofschoon de woorden hun zichtbaar op de lippen lagen, ging Veronica verder: „Dit kunt gij gelooven, beste vader! dat ik Anselmus van ganscher harte liefhad en toen griffier Heerbrand, die thans zelf hofraad geworden is, verzekerde, dat Anselmus het best zoover brengen kon, besloot ik, dat hij en geen ander, mijn man zou worden.

Zwáár vond-i 't... och, hy was zoo bedrukt, en zou alles zwaar gevonden hebben op dat oogenblik. Fransje stak 't zware pepermentjen in z'n mond, en zei, al zuigende: Ja wezenlyk, heel zwaar... 't is engelsche, weetje? En dan is 'r nog wat... niet waar Gus? 't Fatsoen! Toe Gus, zeg jy 't maar. 't Fatsoen, Wouter! riep Gus bedenkelyk.

De Hallemannetjes die zoo byzonder fatsoenlyk waren gaven hem heel duidelyk te kennen dat het hun verveelde, langer alleen de kosten te dragen van 't verkeer. Fransje berekende dat Wouter's vriendschap hun al negen stuivers gekost had wat ik duur vind, niet om de vriendschap, maar om 't berekenen en Gus zei dat het nog meer was, maar dat laat ik daar.

Anna en Fransje, Clara en Maria gingen te samen om naar haar te hooren, die op de weide op den eersten Mei vertellen zou den strijd der arbeidsters. Zacht scheen de lucht en de zon wimpelde, het water stroomde hun buiten de poort temoet en iets van de toekomstige dage was daar. Hun hart proefde het en hun lip.

Fransje rees, ernstig en kalm, van haar borduurraam op en zeide: „Wat scheelt er vandaag toch aan, zuster? Alles werpt gij door elkaar, dat het ervan rammelt en kleppert; ik zal maar eens hèlpen.”

Laat ons zingen, laat ons zingen. «Olé, olé," schreeuwde Consuela dadelijk klaar; ze begon in de handen te slaan. «Quien sabe cantar el flamengo?" Wie kan er flamengo zingen? «La senorita." De juffrouw. «Don Juan." Mijnheer Jan. «Excusame Usted." Verontschuldig me. «Si, si." «Toca, toca, Frasquetito." Speel, speel, Fransje. Allen riepen tegelijk.

Deze duizend-en-één hoofdstukken worden door den uitgever gesupprimeerd, omdat ze niets behelzen dan vervelende varianten van Fritsjens geschiedenis, met verandering slechts van naam en beroep. We hebben hier te-doen met Fransje die in kavallerie deed, en Cornelis die in-dienst was geweest by de straatslypery.

De nederigheid van den schryver, blykende uit de erkentenis zyner onwetendheid omtrent den naam van zekere poort. 2e. De invloed van Fransje Halleman op Wouter's heldenziel. 3e. Verband tusschen dien invloed en de profetiën van Habakuk. 4e. Nog iets over Habakuk, met 'n wenk over de onbegeerlykheid van gedrukte perzikken. 5e. Groote menschen bezien door de kleine.