United States or Ecuador ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Vervolgens hadje moeten ontbijten; op je gemak, weetje?" ging de kleine voort. "En een glas madera drinken?" vroeg de grootere. "Neen, jongen, dat weet ik niet; je mocht reis aan het doorslaan raken," antwoordde de kleine. "Doorslaan is goed," zei die van de pijnbank. "Ja, dat kan er naar wezen," zei die van den vloer. "Je moet altijd denken dat het Latijn is."

Want ik ben in 'n kraam geweest by m'nheer De Witte die 'n oom heeft aan 't stadhuis, weetje, want ik baker altyd heel in 't fatsoenlyke, en die zei altyd, omdat-i zoo grappig was, weetje, die zei altyd: "baker, baker, zeit-i, je bent m'n 'n baker!" Zoodat ik maar zeggen wil dat 'k heel goed weet wat 'k doe, want ik heb 'r al wat ingespeld van m'n leven.

"We konden bijna niet naar mekaar kijken omdat hij ons zóó gesnapt had. We kusten mekaar zoo'n beetje weetje. En 't gekste van alles was dat ze mijn van alles de schuld gaf", zei de jongen. "Gaf me leelijk smeer, en wou de heele weg naar 'uis bena niet meer teuge me spreke..." Het leed geen twijfel of de reus begon de dingen zelf te onderzoeken.

Die Wullekes ... hoor eens, als-i naar me vraagt ... zeg maar dat je niks van me weet, en dat ik styf ben van rimmetiek, weetje, want ... ik ga na de keuken om m'n kommetje thee te drinken, 't Zal wel koud wezen, maar ... ik moest toch 'reis even zien wie daar na 't zolder liep. Jawel, hy is het ... dat kan ik altyd precies hooren aan 't openhalen van de achterdeur.

Geld heb ik ook niet veel, zei de goede man, maar als je wat wachten kan, zal ik er om schryven naar Vucht, aan m'n broer die daar smid is, en 't gaat 'm goed. En 'n herberg houdt-i ook, en zondags wordt er by hem gedanst... nou! Na kerktyd, weetje? D

Eigenlyk is m'n naam Schlossmann, maar och ... wat heeft 'n mensch aan die moffekuren, niet waar? Daarom zeg ik maar Sloos, en zoo teeken ik ook, want ... ik ben de knecht, weetje, de kantoorknecht. Kom maar in! Wouter daalde de drie trappen af, die toegang verleenden naar het hol. Z'n eerste beweging, toen-i naast de paktafel stond, was 'n onwillekeurige greep naar z'n neus.

Hy vroeg grof volk, zulke kruiers! of we mama niet het venster konden uithyschen? Dat vroeg-i! Lomp, ? Maar ... zie je, hy meende-n-in 'n leuningstoel, en ... nu, ik hoop maar dat het lukt, want ik kompromitteer me zoo allerverschrikkelykst voor de Hocker's en de Pleier's en de Krucker's. Dat is het maar, weetje! En hierop verliet hy weder 't kantoor.

"Dat's waar! Ze benne geen haar beter!" En ze zuigen 't arme Volk uit! "Ja, ze zuigen 't Volk uit!" En weetje waarom? Omdat jeluî om nou 'reis de gulle waarheid te zeggen allemaal lamme... enz. bent! "Ja, ze benne-n-allemaal lamme... enz." Jelui buigt je nek onder 't juk... "Juist! "Ze" buigen den nek onder 't juk!"

"Wel een beetje!" antwoordde de gedaagde. "Neen, niet een beetje!" vervolgde de kwelgeest, "maar machtig veel, man! Maar als je mij vraagt of je ooit bang genoeg wezen kunt, dan moet ik zeggen: neen, kerel! Want, weetje, je hebt toch maar slecht college gehouden; en dan, dat je reis gezeid hebt dat de osteologie zoo'n droog ding is! Denkje niet dat dat overgebracht is?"

M'r oe cháát 't dan? Wel... dan sel de sonnebuul 't seche, wâ-me doen motte. Juffrouw Laps was er tegen. Ik dééj't niet, ik dééj't niet... fô-cheen werels choet! Want weetje wat ik sech? Ik sech maar, as Chot 't wil, d'n mô-je beruste, dâ-sech ik! Ja, juffre Laps, m'r de juffr' uit de chruttery het 't ook chedaan, en d'r kint is veel beter.