Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juli 2025


Ieder is de uitlegger van z'n eigen woorden, en indien de oude Sloos nog leefde ... Komaan, z'n engelsche notting is mooier. En z'n wind ook. De oudeheer was 'n neerbuigend-winderige notting. Eugène's notting-wind woei naar-binnen. Pompile was 'n notting met kinderachtigen wind. De notting van Wilkens suisde en blaasde ploertig-pedant.

Hoe drommel kon-i zich veroorloven niet te weten hoe lang Gerrit Sloos reeds in dienst was van Ouwetyd & Kopperlith? De booswicht stamelde vol schuldbesef dat-i 't niet wist. Nou, raad eens! Elk ander zou 'n cyfer genoemd hebben. Wouter was te stipt, te vol geweten, om aan zeker getal jaren de voorkeur te geven boven 'n ander getal. Waarom twintig? Waarom dertig? Waarom meer of minder?

Welke lezer zal tevreden wezen, wanneer ik alles wat 'n boek lezenswaard maakt uitdrukking, styl, schryfmethode, en ... inhoud nog bovendien op den koop toe wanneer ik me veroorloofde dat alles te borgen van Gerrit Sloos, en my te bepalen tot 'n bondig: Je kunt me gelooven, Pieterse, ik ben 'n oud man, en jy 'n jonk borssie, maar ... wat ik je zeg: 't is allemaal wind en 'n engelsche notting!

Wanneer Gerrit Sloos met dit "vanzelf" bedoelde: gemakkelyk, geleidelyk, zonder omslag, en wat men zou kunnen noemen: op 'n niet onprettige manier ... 't zy zoo! Over den smaak valt niet te twisten. Gerrit zal 't maar zoo by-wyze van spreken gezegd hebben.

't Scheelde weinig of hy had aan Gerrit Sloos gevraagd, of-i zich ook vergiste? In-plaats daarvan echter, nam hy voor de hoeveelste maal nu reeds! z'n hoedjen af, en Gerrit keek vragend tot hem op. Wouter stotterde iets. Ben jy Pieterse, de jongeheer die hier op 't kantoor komen zou? J...a...a, m'nheer! Zoo? Je hoeft geen m'nheer tegen me te zeggen. Ik hiet Gerrit ... Gerrit Sloos, weetje.

In de Geschiedenis van Woutertje Pieterse, zooals die nu, helaas onvoleindigd, voor ons ligt, hebben wij in de allereerste plaats te zien een poging tot weergave der geleidelijk voortschrijdende geestelijke ontwikkeling van een geniaal kind Woutertje-zelf ; in de tweede plaats een schets van: het Hollandsche volksleven: Femke en haar moeder, Gerrit Sloos, Klaas Verlaan, de joodsche familie Roebens, de illuminatie-avond, enz. ; de klein-burgers: de Pietersen, juffrouw Laps, e.d. ; de "deftige" burgerij: de Kopperlith's: typen van het dwaze, opgeblazen parvenudom, met zijn sleep van kruiperige loonslaven, en de Holsma's: ietwat geïdealiseerde beelding eener verstandige, liefderijke, boven alle vooroordeelen hóógstaande doktersfamilie ; de geestelijken, vertegenwoordigd door de kluchtige, verachtelijke figuur van den huisdominee, en de heerlijk-gebeelde, kinderlijk-reine persoonlijkheid van pastoor Jansen; "allerhoogste" personages, zooals de groote Napoléon, op wien wij even in den schouwburg een vluchtig kijkje krijgen, de Paltsgravin, prinses Erica, enz.; in de derde plaats.... Maar nee, ik ga zóó niet verder, die zin werd veel te lang, te vermoeiend door zijn lengte, zelfs als jullie op al die "plaatsen" even waart gaan zitten, wat nog zoo gek niet zou zijn geweest, want, laat me je verzekeren, je hebt vandaar heerlijke inkijkjes en prachtige vergezichten....

Eigenlyk is m'n naam Schlossmann, maar och ... wat heeft 'n mensch aan die moffekuren, niet waar? Daarom zeg ik maar Sloos, en zoo teeken ik ook, want ... ik ben de knecht, weetje, de kantoorknecht. Kom maar in! Wouter daalde de drie trappen af, die toegang verleenden naar het hol. Z'n eerste beweging, toen-i naast de paktafel stond, was 'n onwillekeurige greep naar z'n neus.

En dat zwarte werd zonder overyling altyd wat bruiner en gryzer en lichter ... waarachtig, er naderde een menschelyk wezen. Heel natuurlyk. Gerrit Sloos kwam de deur openen, en beslofte reeds de ruimte naast de paktafel. Nog één sekonde, en de slotbrug van het tooverkasteel zou worden opgehaald. Wat vreemds lag daarin?

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek