Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juli 2025


Ja, vier stuivers. En 's avends terug, dat 's acht, niet waar? En... 'n dubbeltje voor den man die hem den weg wyst. Anders... je hoeft maar te vragen naar 't Buiten van m'nheer Kopperlith, in den Hout, vlak by de "Logementen" zieje, 't is dus heel makkelyk te vinden. En je hoeft maar te zeggen: 't Buiten van m'nheer Kopperlith, want... zieje, mannetje, van den zomer mag jy heel goed eens buiten komen... omdat ikzelf 'n eigen Buiten heb, weetje, 'n wezenlyk Buiten... d

M'nheer, ik kan u plechtig verzekeren dat ik reeds drie jaar by de zaken was, voor men my de letters van 't woord wees! Men moet jonge-menschen niet over 't paard ligten, m'nheer! De verwaandheid komt er gauw genoeg in, m'nheer! Nu, zooals je wilt, Wilkens. Ik had er zoo diep niet over nagedacht, weetje?

"Juffrouw De Groot kon daartoe over haar beschikken: zij was er niets akelig van. Ook wist zij heel goed waar het doodgoed van juffrouw Noiret lag." Juffrouw De Groot beweerde evenwel dat het geen haast had; maar de Moeder van 't hofje stond er toch op, dat het vóór den nacht geschiedde. "Want het was maar om het bed, weetje!

Dit verstond ze weer niet. En ze wou me den riem uit de handen nemen, maar weetje wat ik zei? Ik zei: m'n vader is geen breeuwer, zei ik, en ik hou m'n riem! Want ik bedankte-n-er voor, om daar op den Amste! te liggen draaien als 'n tol! Alle menschen keken er naar.

Maar nu dat geld, weetje waar 't gewisseld worden kan? En zal je 't niet verdoen? Neen, juffrouw, zeker niet! Maar... 't Is waar ook, je durft met die malle plunje de stad niet in. Dat zal toch moeten! En heel naar Haarlem dan, hoe zou je d

Nou, mooier als hier! Ja. Neen. Enz. Zeg, dring zoo niet! Ik kan 't niet helpen. Ze dringen my ook. De menschen lyken wel mal. Altyd dringen ze zoo. Ja, niet waar? Altyd dringen ze. Weet je wat ik zeg? Ik zeg dat de kalverstraat eens zoo breed wezen moest. Ja, eens zoo breed. Want... weetje, wat het is? Hy is te smal. Dat is het! Ja, hy is te smal. En daarom dringen de menschen zoo, weetje! Enz.

Zoo zal ik nu maar zeggen, weetje? Weetje wat jy doet? Eet 'n boteram, jongen, en hier is koffi. En zeg me nu eens gauw hoe 't met je moeder gaat? Die is immers ziek geweest? Ja, 'n mensch kan gauw wat krygen... neem er wat kaas op. M'n moeder is heel wel, maar... En jy? Heb je geen pyn meer? Van je val, meen ik. Och... neen, neen, neen, ik weet al! Je hebt immers nooit op 'n paard gezeten.

Een oogenblik nadat-i met Leon's brief in de hand de kamer verlaten had, keerde hy terug. A-propos, Eugène, ik hoop toch dat mama zal kunnen vertrekken vandaag? Ik zit anders en peine, zeer, zéér en peine, weetje ... erg en peine, met de Hocker's en de Pleier's en de Krucker's, die ik allemaal geinviteerd heb op Groenehuize. En ... ik heb de kruiers gesproken. Weetje wat die Flip zei?

...verbeelje toen ik thuis kwam, zoo tegen half-elf... want ik kòn niet eer, om de drukte, weetje anders... ik houd niet van remoerigheid, dat weetje wel nu, toen ik thuis kwam de stad is vol moordenaars en dieven, dit moet je wèl in 't oog houden! toen waren m'n aardappelen... waar denk ie dat m'n aardappelen waren? Ze waren... weg! Weg? Weg! Heelemaal weg? Heelemaal... wèg! Je aardappelen weg?

Wel zeker, voor wat anders waren die meiskes daar? Al dat volk is dronken, zei juffrouw Laps, en ik wou dat ze naar-huis gingen. Ik begin slaap te krygen... 't is twee uur in den nacht, weetje! Och, nog 'n oogenblikje! verzocht Wouter. Ik heb geen slaap. Volstrekt niet! heusch niet!

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek