Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 juni 2025
Men scheldt dat ge, iedereen ontvriend, tot voedsel van den ezel dient; men schuwt uw' scherpe bladen; doch, hij en scheldt onnut u niet, die 't schoone in al Gods werken ziet, en 't goede zoekt te raden. Men scheldt... of, erger nog, men hoort, van wetswege, en bij koningswoord, gebannen en geboden, dat 't distelvolk men, een en al, te zeisene en te spade, zal verdoen, en de eerde uit roden.
Ik wil geen tijd meer verdoen met huilen, maar dadelijk uw goed bij elkander halen, mevrouw," zei zij hartelijk, terwijl ze haar gezicht met haar boezelaar afdroogde, haar mevrouw met haar vereelte vingers een warmen handdruk gaf, en aan het werk ging met een ijver voor drie. "Ze heeft gelijk, er is nu geen tijd voor tranen. Weest bedaard, meisjes, en laat me eens nadenken."
Maar nu dat geld, weetje waar 't gewisseld worden kan? En zal je 't niet verdoen? Neen, juffrouw, zeker niet! Maar... 't Is waar ook, je durft met die malle plunje de stad niet in. Dat zal toch moeten! En heel naar Haarlem dan, hoe zou je d
Gij kunt hem nooit aan zijn verstand brengen, dat eene vaste woning te kiezen, nog iets anders beduidt dan zijne schouders met een warme deken in plaats van met een beestevel te omwikkelen, van de agentuur brood te ontvangen, in plaats van te gaan jagen, en zijn tijd te verdoen met rooken en drinken, in plaats van met skalpeeren.
En nu worstelt Hij met ons. »Bij den verkeerde, o mijn God! betoont Gij U een worstelaar!« Nu is er in dat worstelen van den Heere onzen God met ons een onbeschrijflijk nederbuigende goedertierenheid. Hij kon ons op staanden voet verdoen van voor zijn aangezicht, dat we geen hinder meer voor Hem waren en ophielden twist te werpen in zijn eeuwigen vrede.
Zie, Geert, als ik er aan denk, zou ik mijn eigen kunnen verdoen. Zoudt gij kunnen gaan bedelen, Geert?" "Bedelen? Neen, zeker niet, ik heb nog handen aan mijn lijf." "Welnu, ik ook. Maar het is toch zoo ver gekomen, dat wij alles verkocht en verzet hebben, behalve onzen mosselbak, die daar staat. Wij hadden zóó gespaard, Geert, om hem te koopen, en zóó lang zuur brood er voor gegeten!
Nu trad de provoost vooruit en las, in de Fransche taal, het vonnis van den veroordeelde voor. »Zoo'n stakker toch," zei een vrouw meewarig. »Hij heeft niet eens zijn beenen tot zijn verdoen! 't Is een schande!" »Hou je mond!" grauwde haar man, »of het zou met jou al even ongelukkig afloopen!" »Ja, ja, 't is ongehoord zooals er met ons geleefd wordt!" zei ze weer. Maar nu toch wat zachter.
Gut, pater, als de jongen 't nu maar niet weer verdoet! Je moet het vooral niet verdoen, jongeheer. Ik ken die munt wel. We hebben er eens precies zoo een in 't zakje gehad... verleden, weetje, toen er zooveel vreemde heeren in de stad waren. 't Waren gouden friedrichs, en wel vyf in getal.
Vrouw Claus zei dat het meisje meer had willen geven, maar dat ze haar hiervan had teruggehouden uit vrees voor 't "verdoen." Die glinsterende stukken herinnerden Wouter aan de gemakkelykheid waarmee de schipper met den bonten muts zich gezag had weten te verschaffen in die kroeg op de Botermarkt.
En ook, waar stof van goed, dat snel vergaat, door zijn ondegelijkheid prikkelt om gedurig weer nieuwe kleeding te maken, en aan dit bereiden van nieuwe kleeding al uw kostelijken tijd te verdoen, die toch zooveel degelijker gebruikt kon, ligt het daar niet op der Christenen weg, om door de keus van degelijker stof den tijd uit te koopen, en te maken, dat niet aldoor de lieve lange dag aan dit kleene onderdeel van het leven weggaat?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek