United States or Mauritius ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dat vond Désiré heerlijk, want dan kreeg hij af en toe wel een beentje of hapje mee. "Jongens, hij zal heelemaal verwennen," zei moeder, "dan gaat hij thuis nog bedelen." "Ja, moeder," antwoordde Tony "en wij worden hier ook verwend." "Daar ben ik ook hard bang voor," hernam moeder weer, "en dan hebben we thuis met drie in plaats van met twee wat te stellen."

Hij kon niets verkrijgen dan het tientje dat hem was toegezegd, en dat hij niet wilde aannemen, omdat hij »brutaal en koppig" was volgens Willems, want hij had gezegd: »Dankje, dominé! om kunstenaar te worden, zou ik wel willen bedelen, maar als ik bij moeder moet blijven, heb ik geen aalmoes noodig."

U met mij; en deze stad verlaten, waar alles duur is; waar u wel werk hebt, doch waar ik zou moeten bedelen; waar niets is, niets....!" doch eensklaps hield Frans op met spreken, en staarde in het flauw brandende lichtje, en wierp het hoofd in de beide handen terwijl een tranenstroom langs zijne kaken vloeide.

Maar, Wouter, jy hebt ook schuld. Jy had me moeten waarschuwen dat de man niet deugde. Kon ik 't weten, ik arme weduw die hier in m'n huiswerk zit? Moeder, ik wist het ook niet. Je had dan maar beter moeten opletten. Maar je geeft er niet om of je moeder aan 't bedelen raakt. En, Stoffel, wat zullen we nu met 'm beginnen? Naar zee gaat-i niet, dat zeg ik!

De toegesproken man zag ons uit de hoogte aan van het hoofd tot de voeten en zei: "O, gij noemt u fakirs, en ge rijdt op fietsen! En dan uw brood te bedelen! Foei!" en draaide ons den rug toe.

Eerst was-ie angeloopen bij 't sneeuw-bureau van de stad, waar honderden drongen, vijandig kijkend naar wie door de queue probeerde te sliepen. Suikerpeer groette. Die was leeper geweest en al om vier uur van huis gegaan, 'n Half uur wachtte-die, verkleumd, trappelend, huilerig van ellende toen kon-ie inrukken. Alleen de voorste werden genomen. De rest was niet noodig. Mee-sjokkend met 'n paar ouwe stumpers, die in 'n toevluchtsoord sliepen, die teminste 'n kop warme koffie hadden geslikt, had-ie langs de ijsbanen gedrenteld, waar al vroeg de vlaggen vroolijkten, en metselaars, timmerlieden, diamantslijpers, de sneeuwbeddingen veegden. Elke gracht, elk water had z'n banen met hunkrende hongerlijders. Onder de bruggen hakten ze 't ijs, om vlonders te leggen en centen te bedelen. Stoelen werden aangedragen en schaatsen om te verhuren. Overal was 't 'n haasten om de ouwe plaatsen in te nemen, overal keken ze den bleeken, jongen jood en de verdane kerels van 't toevluchtsoord weg. Toen waren ze weer aan 't aanschellen gegaan, door deurkieren vragend of ze stoepen mochten schoonmaken, asch strooien, bijten hakken. De menschen sliepen nog, de dienstmeiden zeien nee. En zoo, in den star-heldren wintermorgen,op van kou, grimmig van wrok, was-ie alleen verder gegaan, de zwaar-trekkende karrepaarden langs, de zwiepende bezems ontwijkend van de mannen die voor de stadsreiniging werkten. Eén ding had-ie nou nog, 'n m

Al meer dan veertien dagen spaart u 't weinige dat je hebt uit je eigen mond. Moeder! lieve moeder! dat kan, dat wil ik niet dulden. Bedelen.... neen...! maar toch, zóó kan het niet blijven.

«Daarvoor breng ik dan ook een aardig stuk geld meezei Duimpje, en gaf hem het dubbeltje, dat hij op zijn zwerftocht had buit gemaakt. »Maar waarom moest de vos al die arme kakel-kipjes hebben?« »Dommert, jouw vader heeft toch ook liever zijn kind dan zijn kippenEr was eens een heksenmeester; hij nam de gedaante aan van een bedelaar, ging bedelen aan de huizen en ving de mooie meisjes.

U, den grooten man, mijn gemaal en heer, wil ik als eene slavin gehoorzamen; maar om de gunst van den onmannelijkste aller mannen, van een omkoopbaren knecht bedelen, dat kan ik evenmin, als ik de wetten zou kunnen gehoorzamen, die hij mij mocht willen voorschrijven." De verbazing en het welgevallen van Cambyzes namen steeds toe.

Ik ga met Mansoer weer naar boven en hij brengt mij nu ten zijnent. Daar het feest van Moelai Idriss aanstaande is, den schutspatroon der stad, ontmoet men overal troepen straatjongens, die bedelen om geld te krijgen voor het offeren van kaarsen en ossen; sommigen loopen door de straten, anderen staan op post bij de kruispunten der straten, en allen vallen de voorbijgangers lastig.