Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Hij houdt er niet van, om schuld te maken, hoe jong hij ook is. Hij zou liever bedelen dan een cent leenen." "Ik acht hem daar des te meer om," zei de oude heer; "daar ik hem niet onaangenaam wil zijn, moet ge maar niet van dit aanbod spreken," en hij wilde de beurs weer in zijn zak steken.
't Is de boetvaardige, weet ge? de boetelinge op weg naar het heilige graf. De boetelinge draagt een ruwen mantel en leeft van water en brood, al is hij ook een koning. Hij moet loopen en mag niet rijden. Hij moet bedelen hij mag niets bezitten. Hij moet tusschen de distels slapen. Hij moet de harde grafsteenen uithollen met de knieën. Hij moet den geesel over zijn rug laten gaan.
Te zamen gingen zij naar de poort tegenover den Berg van den Slechten Raad, sinds onheugelijke tijden de plaats, waar de melaatschen aan den weg zaten te bedelen. Daar bleven zij den ganschen dag, deelden aalmoezen uit, vraagden overal of men de twee vrouwen ook gezien had, en beloofden een rijke belooning aan ieder, die hare verblijfplaats kon aanwijzen.
Bij een der woningen vond ik een hoop schelpen van zeedieren, het overblijfsel van veel maaltijden, als er gebrek was aan rijst. "Wij zijn arm," herhaalden ze graag tot mij, maar niet om te bedelen; vragen deden ze niet.
Dat vrouwen en kinderen goedgeefs zijn, hebben zulke in de diergaarde levende Bevers spoedig geleerd; zij verschijnen daarom, als vrouwen en kinderen voorbijgaan, niet alleen vroeger dan gewoonlijk voor hun woning, maar bedelen ook, op de achterpooten staande, om eetwaren; handig nemen zij met de voorpooten appels, noten, suiker en brood aan; ieder die een beweging maakt, alsof hij, hun iets geven wil, en dit niet doet, of die hen plaagt, slaan zij echter op de vingers.
Ik ben volkomen oprecht wanneer ik zeg dat ik, liever dan uit deze gevangenis te gaan met bitterheid tegen de wereld in mijn hart, blij en reede mijn brood zoû willen bedelen van deur tot deur. Indien ik niets kreeg aan het huis der rijken, zoû ik iets krijgen aan het huis der armen. Zij die veel bezitten, zijn vaak gierig, zij die weinig hebben, deelen steeds.
Maar dat was minder, zeiden de monniken. Niet met studeeren, maar met bedelen werd het klooster gediend. Voor den jongen man, wiens grootste genot was om over zijn boeken te zitten, was dit wel het ergste. Maar met hart en ziel onderwierp hij zich aan alles, wat men hem oplegde, meenende dat hij daardoor aan God behagen en Zijn gunst verdienen zou.
Om te slagen scheen het hem beter hun namen te veranderen en zoo deed hij; hij noemde den jongen Perot en het meisje Jeannette en armelijk gekleed te Londen aangekomen, gelijk wij dat van Fransche vagebonden zien, begonnen zij daar te bedelen.
De landbouwers, boeren en arbeiders houden hun kinderen thuis, daar die niets anders zullen hebben te doen dan den grond te bewerken en te bebouwen en hun opvoeding dus van weinig belang is voor het publiek; maar hun ouden en gebrekkigen worden onderhouden in gasthuizen; want bedelen is een beroep dat men in dat rijk niet kent.
Alleen de vreemde Joden, die hier kwamen bedelen en bedriegelijken handel dreven, wekten het misnoegen op van de Regering, zoodat ze bestendig verdreven en in 1770 zelfs bij lands plakkaat geweerd- en met vagabonden gelijk gesteld werden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek