United States or Laos ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ja; en dát zal ik nu dadelijk weer doen. Vandaag mag-je geen boek meer aanraken. Kom, doe gauw dat statiekleed uit, en laten we naar Katwijk fietsen." "Nee, geen dwaasheden, . Ik wil nu wel eerst wat wandelen. Maar vanmiddag begin 'k Den Hertog te repeteeren." "Laat 'r," zei Mary rustig, "als 't heilige vuur brandt...." "Ik vind 't dom.

De toegesproken man zag ons uit de hoogte aan van het hoofd tot de voeten en zei: "O, gij noemt u fakirs, en ge rijdt op fietsen! En dan uw brood te bedelen! Foei!" en draaide ons den rug toe.

Bij het wedstrijdspelen moet ik den raad geven, niet of slechts een korten tijd te voetballen. Hiermede meen ik niet, dat men bijv. wel naar hartelust mag gaan tennissen of fietsen, maar ik bedoel er mee, dat lichaamsoefeningen, die vermoeidheid ten gevolge kunnen hebben, zooveel mogelijk vermeden moeten worden.

Zij kan hier of daar verborgen zijn en het paar dan te voet zijn weggegaan." "Juist; maar het schijnt dan toch wel een eigenaardig dwaalspoor, niet waar? Waren er nog andere fietsen in dat schuurtje?" "Verscheidene." "Zouden zij er geen twee hebben verstopt, indien zij het denkbeeld wilden opwekken, dat zij per rijwiel waren vertrokken?" "Dat denk ik wel."

Paarden en wagens, stootkarren en fietsen spoedden voorbij, als voortgezweept onder de dreiging van een ijselijk onweer; kudden van beurelende runders en kudden van angstige menschen; moeders die huilende kinders voortsleepten aan beide handen, zonen die een lammen of zieken vader op een kruiwagen vervoerden, luidjes die, met vereende krachten, trokken of stieten aan karretjes, volgestapeld met een paar stoelen, een tafel, een matras, een kacheltje, een vogelkooi, mannen met afgetrapte zolen en barvoets, vrouwen met krom-geloopen hooge hakken en een bebloemden en bepluimden zomerhoed die afhing op hare losgeraakte haren, absurd.

~Moe~ duidt eenvoudig den toestand aan, waarin men zich na zwaren arbeid bevindt, terwijl ~vermoeid~ ook let op de oorzaak der vermoeidheid en tevens grootere moeheid aanwijst: Hij is erg ~moe~ en mag wel wat uitrusten. Hij is door het onbesuisde fietsen zeer ~vermoeid~.

"Jij zou rustig meévliegen en hóé meevliegen." betoogde hij, z'n armen fel uitzwaaiend, alsof-ie op 'n kansel stond: "eerst wou je niks van fietsen weten in de auto was je niet mee te krijgen mòrgen vind je 'n vlieg-tocht je prachtigste sport wacht maar wacht maar...."

"Vroeger, ging hij rustiger voort, had ieder zijn eigen stukje grond en trachtte er naar, een eigen huis te bezitten. Ieder werkte en was gelukkig met weinig. Daar was geen kwestie van maar fietsen en maar feesten als . Daar was een flinke kermis en basta. 's Zondags een pint en een praatje. De jongens beugelden en kegelden; de ouden rookten hun pijp samen.

Zoo sparen de spoorwegmaatschappijen kolen. Alles heeft zijn prijs. Immers, wanneer het verlangen naar huis eens een dag héél sterk in ons is, dan pompen wij onzen achterband op, en fietsen een uur of wat, en, indien wij wèl een gezin, maar geen rijwiel kunnen houden, nu, dan slikken wij ons verlangen maar in, en houden het oog gevestigd op het maandelijksch verlof. Want er is kolen-nood.

In een uur telde ik 1220 fietsen; 't waren meerendeels winkeljuffrouwen en kantoordames, die naar haar dagelijksch werk togen; het leek wel een bijenzwerm. Mij viel het op, dat ieder haar eigen weg ging, verdiept in gedachten; nergens een glimlach; geen uitroep, geen begroeting; al spoedde men elkaar rakelings voorbij.