United States or Ethiopia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ach, ik zottin! waarom beklaag ik hem, Die uit den grond zijns harten mij versmaadt? Omdat hij haar bemint, versmaadt hij mij; Omdat ik hem bemin, beklaag ik hem. Den ring hier schonk ikzelf hem bij ons afscheid, Opdat hij mijner liefde steeds gedacht; En ach, nu moet ik, ik onzaalge bode!

Wees zoo goed me te melden of ik met het voer moet doorgaan zooals u gezegd heb. Het voeder dat u mengde is bijna allemaal op en ikzelf meng liever niets meer, na het ongeluk met de pudding. Met onze vriendelijke groeten, en ons in uwe gunst aanbevelend verblijf ik, Hoogachtend, Alfred Newton Skinner.

"Ik! ikzelf," is het antwoord, en wij durven niet vast bepalen of dat antwoord in den eenvoud des harten werd gegeven, of wel dat onze Barend den naam maar liefst wilde verzwijgen van hem, die uren achtereen in 't kreupelhout zat om den burgervader een beentje te lichten.

DERDE BANDIET. Weet, een'gen onder ons zijn edellieden, Die de overmoed der teugellooze jeugd Uit de gemeenschap stiet van eerb're lieden; Zoo werd ikzelf verbannen uit Verona, Wijl ik beproefde een jonkvrouw daar te schaken, Die rijk was en den hertog na verwant. TWEEDE BANDIET. En ik uit Mantua, om een edelman, Wien ik in drift een dolk in 't harte stiet.

"Ik eerbiedig de nauwgezetheid van de Freule," zeide mijn vader: "en toch geloof ik, dat zij niet beter kan doen, dan uw voorstel aan te nemen. De wereld zal daaruit kunnen opmaken, dat de nadeelige geruchten, die omtrent haar geloopen hebben en waaraan ikzelf geloof hechtte, logenachtig zijn. Voor 't overige zult gij Freule! hier geheel vrij leven en niemand zal u kwellen met vragen of bezoeken."

Esther wendde den blik naar hen en glimlachte. Ja, wilt gij ze niet zien? Ik zou ze maar verschrikken. Toen kwam zij dichter bij Esther, en daar deze onwillekeurig terugweek, zeide zij : Wees niet bang. Ik heb een boodschap voor uw man. Zeg hem, dat zijn vijand dood is, dat ikzelf hem gedood heb, om de matelooze ellende, die hij over mij gebracht heeft. Zijn vijand? Ja, Messala.

Gij weet hoe gevaarlijk mijn moeder geweest is, en zij is nu weer zoo frisch en gezond als ikzelf. En Barte is zooveel jonger." "Het was een bloem op aarde," zei de oude vrouw, en een glans van vergenoegen kwam op haar gelaat. Daarop betrok het weer. "Te denken," zeide zij, "dat ik haar bij haar vader onder de groene boompjes brengen moest ..." "De dokter zegt dat er nog hoop is, vrouw Sijmens!

'n Heel andere...! Alles leek mij plotseling geheel anders in en om het liefelijk, zoo welbekend boerderijtje. Zieneken was anders. Feelken was anders, haar man en kinderen waren voor mij onbekenden; en ikzelf voelde mij daar nu als een heel, héél oude vreemdeling geworden...! Een jonge, onbekende meid kwam binnen en hielp Zieneken den zwaren ketel van het vuur nemen.

Misschien is het waar dat ikzelf vreemd ben aan het opmaken van dezen brief. Misschien veracht ik u morgen even diep als ik u gisteren heb veracht. De adem althans, die door mijne woorden gaat, schijnt niet de mijne te wezen, en ik gehoorzaam aan eene geweldige bezieling zooals die ander?

Hij hief het hoofd op en beschouwde met zekere onaangename verrassing deze slechtgekleede vrouw. Zonder op te staan, zeide hij: "Komt gij om werk op de fabriek, vrouw? Bied u morgen op het bureel aan; ik zal zien of er plaats is voor u. Nu kan ik u dit niet verzekeren." "Ik wenschte M. Damhout te spreken," stamelde de vrouw. "M. Damhout? Die ben ikzelf."