Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juni 2025


"Ga weg, Saar," zei het driftige manneke, en weerde haar met de hand af. "O foei, Jaapje!" zei Marie. "Kom, mijn hartedief!" zei mevrouw op overredenden toon, "kom, wil je nu niet?" "Ik wil naar den tuin nog wat kersen plukken," antwoordde Jaapje. "Kom dan maar, lievert, dan gaan we naar den tuin." Jaapje wipte van zijn stoel en vatte mama bij de hand.

Maar Heer, daar gij toch zoo scherpzinnig zijt, zeg ons dan ook, om wat reden hij ze zal gebroken hebben. Kent gij misschien een man, die Suef heet. Het kleine manneke, dat zich zoo hardnekkig een arm kleermakertje bleef noemen, moest toch een ontzettende mate van zelfbeheersching hebben, want geen spier van zijn gezicht vertrok.

Daar beleefde Jantje intusschen ook geen prettige oogenblikken, want Wobbe trok hem aan zijne ooren in de hoogte, tot zijn gezicht vlak voor dat van den boer gekomen was. Jantje gierde van de pijn! "Ha zoo, kereltje, wat ben jij licht!" zei de boer met een boozen lach. "Jij bent te dun om appelen te eten, manneke. Hoe heet jij?" "Au, au!" schreeuwde Jantje, die spartelde als een mager varken.

Ik pakte ze beet en stak eerst vijf van hen in mijn rechterjaszak; den zesden nam ik in mijn linkerhand alsof ik hem wilde opeten. Het manneke piepte van angst, als een jong konijn wanneer de vos hem te pakken heeft. En toen ik nu ook mijn zakmes trok dat tweemaal zoo lang was als de heele misdadiger, verstijfden allen van schrik.

De heer Webb stelde mij aan Dr. Kirk voor: een schraal manneke, zeer eenvoudig gekleed, met eenigszins gebogen rug, een mager gelaat, zwart haar en dito baard. Op het hooren van mijn naam, trok hij zijne wenkbrauwen in de hoogte, en zag mij met verbazing aan. Het gesprek liep over allerlei zaken; alleen als hij over zijne jachtavonturen sprak, kwam er leven en beweging in zijne stroeve trekken.

Hoofdschuddend ziet Tournel hem na en mompelt: "Hij is toch niet sterk. Wat zag hij bleek; 't is en blijft een zwak manneke!" 't Is koud buiten. Dorus bespeurt het niet, als hij doelloos door de stille, donkere straten van het stadje loopt; 't is bitter koud en de gure wind jaagt hem scherpe, ijzige vlokken in 't gelaat.

Een reistaschje hing over de jas. In de rechterhand hield hij een dikken en knoestigen doornstok en de voeten staken in groote geverfde klompen. "Wat scheelt er aan, manneke?" vroeg hij nog eens en zoo mogelijk nog vriendelijker dan daar straks. Snikkend en fluisterend vertelde de knaap alles wat er gebeurd was. "Is het anders niet?" hervatte de oude.

De feiten met dat al komen alleen tot hun regt, wanneer wij bij het beschouwen van Erasmus ons op het medegevoelend standpunt van Albrecht Dürer plaatsen; die wel is waar hem al vroeg voor een oud manneke, maar tevens voor een dapperen kleinen David en ridder van den Heer Christus hield.

"Pruimen?" zeide de eerste weder, en bood den ouden heer een stuk tabak aan met eene gulheid, die inderdaad broederlijk mocht genoemd worden. "Neen, wel bedankt; dat bekomt mij niet goed," antwoordde het manneke zich afwendende. "Niet? Zoo!" zeide de ander en stak het stuk in zijn eigen mond, waarna hij weder aan het kauwen en spuwen ging.

Als ik te schrijven heb, dan doe ik het liefst met mijn degen, die spat nooit en moet ook nooit vermaakt worden!" "Ja, ik kan nog niet lezen en ik zou juist op het schrijven gegaan zijn, toen ik van school af moest!" "Hm, hm, maar als jij dan niet gauw begint te leeren, dan zal Marten niet zoo heel lang je dagelijksche kameraad kunnen wezen, manneke!

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek