United States or Egypt ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dan was het te vergeefs dat die ongelukkigen, voelende dat zij verstijfden, weer opstonden en sprakeloos, versuft en half verdoofd als automaten eenige passen voorwaarts deden... Zij waggelden en kwamen niet meer verder; uit hun ontstoken oogen vloeiden in werkelijkheid bloedige tranen; hun borst stootte diepe zuchten uit; zij zagen met een verschrikten, starenden blik naar den hemel, vervolgens naar hun makkers en naar dien bevroren grond.

Snepvangers fantaseerde over de warme landen waar de olifanten met hun groote, ivoren slagtanden vrij in 't wild rondloopen en lawaai maken met opgestoken neustrompetten, over de logge zeehonden die op hun vinnen naar boven waggelden en neerplonsden om hun vischbuit te vangen, over de vinnige apen, die kouwelijk bijeenzaten in het apenkot; wier slimme, onrustige oogjes hen aangluurden, en die soms onfatsoenlijk zaten te vlooien.

De paarden door hen bereden, waren van het hoofd tot de voeten met ijzer bekleed, en zwierige kwispeltrossen waggelden overal nevens hun zijde. Uit die schaar staken meer dan tweehonderd geborduurde Standaarden. Het was waarlijk de prachtigste ridderbende, welke men in die tijd had kunnen zien: allen waren op het rijkste gewapend.

Uilenspiegel had de twaalf heiligen zoo goed mogelijk opgelapt en zij waggelden op hunne voetstukken tusschen de banieren der gilden; daarachter kwam het standbeeld van Onze-Lieve-Vrouw, vervolgens de maagdekens, in 't wit, die lofzangen zongen, dan de boogschutters, eindelijk het dichtst bij den hemel en meer waggelend dan de anderen, Pompilius, die gebogen ging onder de zware kleederen van den heiligen Martinus.

Hij was omrasterd door een vervallen houten hek, dat op sommige plaatsen binnenwaarts, op andere buitenwaarts leunde, maar nergens rechtop stond. Onkruid en gras groeiden er in milden overvloed. Al de grafplaatsen waren verzakt; geen enkele zerk was er te zien; ronde wormstekige naamborden waggelden over de graven, alsof zij naar een steun zochten, dien zij nergens vonden.

Nu bracht hij de ladder in een schommelende beweging, evenals de spin zich schommelt, wanneer zij, aan haar langen, zwevenden draad hangende, iets wil vastgrijpen, en toen Rudy ten vierden male het boveneind der van beneden neergezette, aaneengebonden ladders aanraakte, had hij dit gegrepen; zij werden met een zekere en krachtige hand samengevoegd, maar zij waggelden en klapperden geweldig.

Daar waarde een vlucht van onzichtbare wezens, vlerken die ver zich uitrepten, alsof ze reikten boven aarde en uren. Hier, in deze omwaaiende heimelijkheid, zou voortaan moeder begraven zijn. Hij beeldde zich gedurig in, al starende naar de zilveren franjen die waggelden over de kist: Daar ligt ze, zoo dichtebij ....

Zij staken over, en arm aan arm zingend dat het galmde, waggelden ze door den regen voort, die altijd even hard het land begoot.... En als Pallieter 's morgens in Fransoo's molen wakker werd en de mistige, natte verten zag, riep hij: "O, aarde a duzend borste, wannier zulde ma verzadige? nooit ni!" Eindelijk was 't September, de frissche maand, die blauwe wierook voor de boomen hangt.

Ruiters waggelden op hun paarden of stortten voorover uit het zaâl; gewonde paarden steigerden wild omhoog, en de schitterende ruiterstoet holde, door de Boerenkogels achtervolgd, in schromelijke verwarring terug. Het Maximkanon werd achtergelaten, doch later door de Engelschen teruggehaald.

Hij boog en een kistje met solferdoosjes, dat hing op zijne borst, kwikte schier omme. Ze hoorde niet wat hij mompelde. Ze was tevreden dat ze hem iets gegeven had en dat het niet lang geduurd had. Ze geraakte zoo in 't lage van de stad. De trams zoefden en kruisten malkaar. De karren waggelden met ongemeen gedruisch. Een kindje riep haar na: Juffrouw! Juffrouw!