United States or Brunei ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op den toren van Rhenen had ik gestaan en de verten gezien, en mijn hart had naar de verte getrokken en naar de roode luchten in 't westen. Doch al had ik van den toren kunnen vliegen naar de verten, dan zou ik slechts gevonden hebben, dat de verte het nabije was geworden en opnieuw zou mijn hart naar de verte getrokken hebben.

Het koren, een paar voet hoog, stond reeds in de aren, de heldergroene vlasgaarden lagen donzig als fijne fluweelen tapijten op den zachtgolvenden grond, en hier en daar in de verten schitterden, tusschen het pas ontloken, frischdoorschijnend groen van heesters en boomen, de lange, fijne, tintelgouden streepen en vlekken van het bloeiend koolzaad.

Hij roemt de schoonheid en eerbaarheid van een Mariafiguur, de haren van den engel Gabriel, "die echte haren overtreffen", de heilige strengheid der askese, die uit des Doopers aangezicht straalt, de wijze waarop een Hieronymus "leeft". Verder bewondert hij het perspectief in Hieronymus' studeervertrek, den zonnestraal, die door een reet valt, het spiegelbeeld van de eene badende vrouw, de zweetdruppels op het lichaam der andere, de brandende lamp, het landschap met wandelaars en bergen, bosschen, dorpen en kasteelen, de eindelooze verten van het verschiet, en nogmaals den spiegel, De termen, waarin dit geschiedt, verraden louter curiositeit en verbazing.

En 't was Johan of de ooren hem groeiden tot maatlooze zwarte plantbladen naast het hoofd in 't natte vlagge-waaien van den wind. De verten rondde het gerommel van krijg en kwaad weêr, de diepte bruiste, zwolg grollen op en grimassen van geluid.

Er was geroep en gejuich van weerskanten, en twee minuten later stonden Fransoo en zijn vrouw in een der hoogste molenvensters de reizigers met hunnen zakdoek na te wuiven. Ginder lagen de blauwe verten, ginder lag de wereld! Pallieter, die nevens het span ging, met den blauwen tweezak op den schouder, was er blij van ontroerd.

't Ruischt en suizelt in de klanken Van mijn lied, waar fonkelend Als de weerschijn van rivieren Verten vindend onbekend, Schitteren met prismaspranken Woorden, die de weelde vieren, Van de zon-doorblonken Lent'.

De groote boomen, die in de vroege maanden nog kaal en dun bebladerd hadden geschenen, werden nu in eens vol sterk leven en gezondheid; zij strekten hun groene takken over den dorstenden grond, herschiepen open kale plekken in heerlijke hoekjes, waar men van uit diepe, vriendelijke schaduw uitkeek in wijde verten, die zich in zonneschijn baadden.

Zij kwamen terug in 't heerlijkste getijde van het gansche jaar, met de ontluikende blaadjes op de heesters, met het lente-geroep van den koekoek in de blauw-wazige verten, met de wegschietende zilverschichtjes van de visschen in het water, met de verkwikkende geuren van alles wat herleefde en bloeide, met de zachte weelde van de vette koeien in de malsche wei, waar zij zich als groote, zware bloemen langzaam in den zonneglans bewogen, terwijl de jolige koewachtertjes, ravottend, onder 't trosje hooge populieren, in wild gestoei hun lentevreugd uitjubelden.

Het land scheen, als een zeef vol gaatjes, doorboord met de ronde openingen van kleine meren. Alles baadde in licht tot in de verste verten; maar wijd in het rond heerschte de meest volslagen eenzaamheid. Het was, alsof de bodem een schatkamer was, waarin ongekende rijkdommen lagen opgehoopt, van welke men slechts tersluiks waagde, hier en daar iets weg te nemen.

Eindelijk 't zien was niet het eerste, veeleer 't voelen, 't zich er in gaan voelen opgenomen kwam toch Pauls bewustzijn tot het wijd-heelal rondom hem, hoorde hij ook 't suizelen van 't gebladert, zag hij 't breede watervlak, en dan den overkant..., en keek naar boven, staarde naar het blauw dat aldoor wijder werd en glanzender van verten tintlend onder zijn blik.... Hij keek de wolken na die dreven in statigheid, over zijn hoofd....