United States or Malaysia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De societeit straalt van licht, alles is nog vol beweging en leven; in de koffiekamer zit dokter Abels in druk gesprek met de heeren Verhagen en Dankelaar, en herhaaldelijk noemen zij den naam van Dorus Makko, den zoon van den hondenscheerder....

Haar stralende kelk opende zich voor het stralende Licht, en weenend van zaligheid, lei ze het gouden bloem-hart open voor de Zon, die er in ging, het vullende gehéél, en het kussende met groote liefde.... Want de Zon heeft boven andere bloemen de tulpen lief. Geen bloem straalt in Haar licht zooals de tulp; geen bloem geeft zooveel glans voor gloed weerom.

De maan is ondergegaan; geen ander licht dan het schijnsel der sterren en de heldere glans van het zodiacaal licht, dat aan den oostelijken horizon als een langwerpige aureool straalt.

Geheel dat ronde gezicht straalt van genoegen en tevredenheid onder haren welgesteven geruiten tulband, maar vertoont ook, dit moeten wij bekennen, een zweempje van die bewustheid van eigenwaarde, welke de beste keukenmeid van den geheelen omtrek voegt, waarvoor Tante Chloe algemeen erkend wordt. Zij was zeker eene keukenmeid tot in het diepst van hare ziel.

In ieder geval was hij de eenige geweest voor wien zij inderdaad geleden had, en al de hardnekkigheid van die instincten, welke haar trokken naar "alles wat schittert en straalt", was noodig geweest, om haar ertoe te kunnen brengen hem te verlaten. Zij was twintig jaar en luxe was voor haar bijna een levensbehoefte. Zij kon er wel eenigen tijd buiten, maar geheel afstand ervan doen kon zij niet.

Charles, Georges en Maurice vertoonen echter niet de minste kwade neigingen. Zij verstaan zich in zooverre onderling, dat een van hen altijd in de nabijheid der moeder is. Een werkelijke genegenheid straalt in hun minste zorgen door. Onwillekeurig echter brengen zij met zich de zorgeloosheid van de buitenwereld, den geur der sigaar, welke zij gerookt hebben, de nieuwtjes welke in de stad rondgaan.

Mevrouw Vier is eene onberispelijke schoonheid, maar kinderloos. Mevrouw Vijf is donkerbruin met blauwe oogen; Mevrouw Zes eene betooverende blonde van Salonika; Mevrouw Zeven ziet er wel een weinig onnoozel uit, maar haar gelaat straalt als de maan en hare oogen schitteren als die der houris.

Als gij dat hemelsche licht in kinderoogen ziet als het zieltje zich openbaart in woorden, liefelijker en wijzer dan de gewone woorden van kinderen hoop dan niet dat kind te behouden; want het draagt het zegel des hemels, en wat het uit de oogen straalt, is het licht der onsterfelijkheid. Zoo is het met u, beminde Eva, vreugde van uw huis.

Hoe! en komt het er nu niet op aan of de lateren zoo oprecht en helder zijn, dat zij maar liever die valschheid [p.117] en vuilheid niet willen vasthouden? Komt het er nu alleen op aan, of die vuilheid en valschheid door een groot kunstenaar worden beschreven? Maar, veroorloof mij: zou het óók in het geval van "Keesje" van Van Hulzen, instede van "behalve" van des heeren van Hulzen's artistieke kracht, niet uitsluitend daarvan afhangen of "Keesje" zal blijven leven, al dan niet? En zouden wij dan maar niet meteen concludeeren o, onbescheiden vrager, die ik ben! dat dit leven-blijven niet bedreigd wordt: noch door het vaak "onbeteekenende" en "onbeduidende" der levensgevalletjes, die een werk beschrijft, zooals Boccaccio's Decamerone; noch door het zonderlinge en vreemde, het gedeeltelijk ver buiten onzen tijd liggende der voorstellingen, zooals bij de Sakuntala; noch door het niet medevoelbaar Uebermensch-sadistische zooals bij Les Chants de Maldoror, maar dat dit leven-blijven uitsluitend en alleen afhangt van de artistieke macht, die het werk schiep, het Scheppend Vermogen, dat erin straalt, en of men diens schoone bewegingen daarin zoo onvertroebeld en duidelijk ziet, dat men het "vast wil houden"? Het antwoord kan, dunkt mij, niet langer twijfelachtig zijn. En evenmin of 't wel juist was, toen ik zei, dat Gorter, gelukkig, soms zichzelf bestrijdt! Ik zal straks gelegenheid hebben u een andere volstrekt-afdoende zelfbestrijding van onzen schrijver te toonen, laat ons nu echter even een terugblik werpen en onderzoeken hoe Mevr. Holst en hij ertoe gekomen zijn, de door ons bestreden onjuistheden te zeggen. Wij dan hebben aangetoond of waarschijnlijk gemaakt, at de neiging tot het uitpluizen van "volslagen onbelangrijke levenssneden" gevolg is van den betrokken kunstenaarsaanleg; wij hebben waarschijnlijk gemaakt, dat deze kunstenaars juist als nabloei van het naturalisme verschenen, omdat zij daardoor gewekt zijn, daardoor pas tot schrijven zijn gekomen. Mevr. Holst niet aldus, zij wijt het bestaan dezer kleine kunst aan de scheiding van zedelijk en aesthetisch ideaal terwijl wij hebben aangetoond, dat een kunstenaar als zoodanig, d.i. een ziener en ontdekker der noodwendigheid niet door het eerste k

De blauwe lucht straalt over de boomen op den top der rotsen, en groote, roode arenden vliegen op met breeden vleugelslag, beschrijven cirkels in de lucht en blijven boven onze hoofden zweven. Tegen half één komen wij te Moeara Mahé bij de samenvloeiing van de Soengai Mahé met de Kampar.