United States or Cuba ? Vote for the TOP Country of the Week !


Aan den anderen kant begint het engelsche grondgebied met het strand en de kokospalmen van Codotty. Er is daar een visscherskolonie met kleine hutjes en lange, smalle prauwen, die op het zand zijn getrokken. Een vesting, die er in 1793 verrees en die bij de overgave der stad werd gesloopt, heeft niet de minste sporen meer achtergelaten. En dat is het gansche Mahé.

Ze trekken ladingen van trossen bananen met gouden schil, die daar op elkander gestapeld liggen voor de stad Mahé of Tellicherry; ook liepen vrouwen met manden kokosnoten op het hoofd; ze keken natuurlijk om, want het zijn immers vrouwen, en men bespeurt dat het haar hindert, half ongekleed door den vreemdeling te worden gezien.

In den nacht heeft het schapenoffer plaats, dat geschiedt vóór den tempel van de maagd Bagavady, aan den voet van het altaar, op de binnenplaats geplaatst. Alle Tiven van Mahé zijn tegenwoordig.

De weg, dien wij zullen volgen, moet ons te Kota Baroe brengen, 45 K.M. ten noorden van Pajacombo en aan de oevers van de Soengai Mahé, zijtak van de Kampar. Van daar moeten wij in een prauw de Soengai Mahé, af varen en daarna ook de Kampar tot Bengkinang en Teratak Boeloe, dan over land naar Pakan Baroe gaan aan de Siakrivier en die laatste volgen tot Bengkalis.

Ik ben er ook gepasseerd, toen ik van Calicut kwam met het rijtuig van de post, en ik zie nog de beide rivieren, die men op dezen weg moet oversteken, de Kora-poya en de Kota-poya, die laatste op 13 kilometer afstands van Mahé.

Van Mahé is over een lengte van zeven kilometer de weg schilderachtig. Nu eens is hij ingesloten tusschen ware wanden van groen, dan weer gaat hij over zandige stranden langs hagen en reeksen van kokospalmen.

Mijn reisgezel achter mij, een Portugees uit Mahé, die met mij mee is gegaan, heeft zijn schoenen uitgetrokken evenals zijn jas; hij legt het geweer op een goed plekje bij de hand, neemt een snuifje, gaat op zijn Turksch zitten en blijft stil afwachten, geduldig en onderworpen, als was hij een aanhanger van Mohammed.

Ik zag vaak op het marktplein van Mahé in de smalle zijstraatjes, die er als open tunnels uitzagen, de kleine Malayali met hun vuile lendendoeken en hun groote, verbaasde oogen op mij gevestigd, hun boeken en schriften onder den arm dragen in den vorm van kokosbladeren, elk afzonderlijk of aaneengehecht, terwijl ze op weg waren naar de school.

De kleine groep Europeanen van de kolonie neemt soms aan de plaatselijke feesten deel. Zoo heeft men hen wel eens mee zien opgaan naar de pagode van Poutlett, gezeten op olifanten, die men niet dikwijls te Mahé ziet. Maar hoe zeldzaam zijn die dagen, waarop er wat afwisseling opdaagt in het stille, eentonige leven van iederen dag!

Op de borst van een jongen Indiër straalt een decoratietrofee, waaronder de academische palmen en de medaille voor landbouwverdiensten. Ik vroeg: "Wie is de zoo gedecoreerde aanbidder van Brahma daarginds?" "Dat," antwoordt mijn buurman met zijn indische pagne, "dat is de secretaris van de regeering, men zou kunnen zeggen, de gouverneur van Mahé." Ik keek verbaasd.