United States or Cuba ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hoe! en komt het er nu niet op aan of de lateren zoo oprecht en helder zijn, dat zij maar liever die valschheid [p.117] en vuilheid niet willen vasthouden? Komt het er nu alleen op aan, of die vuilheid en valschheid door een groot kunstenaar worden beschreven? Maar, veroorloof mij: zou het óók in het geval van "Keesje" van Van Hulzen, instede van "behalve" van des heeren van Hulzen's artistieke kracht, niet uitsluitend daarvan afhangen of "Keesje" zal blijven leven, al dan niet? En zouden wij dan maar niet meteen concludeeren o, onbescheiden vrager, die ik ben! dat dit leven-blijven niet bedreigd wordt: noch door het vaak "onbeteekenende" en "onbeduidende" der levensgevalletjes, die een werk beschrijft, zooals Boccaccio's Decamerone; noch door het zonderlinge en vreemde, het gedeeltelijk ver buiten onzen tijd liggende der voorstellingen, zooals bij de Sakuntala; noch door het niet medevoelbaar Uebermensch-sadistische zooals bij Les Chants de Maldoror, maar dat dit leven-blijven uitsluitend en alleen afhangt van de artistieke macht, die het werk schiep, het Scheppend Vermogen, dat erin straalt, en of men diens schoone bewegingen daarin zoo onvertroebeld en duidelijk ziet, dat men het "vast wil houden"? Het antwoord kan, dunkt mij, niet langer twijfelachtig zijn. En evenmin of 't wel juist was, toen ik zei, dat Gorter, gelukkig, soms zichzelf bestrijdt! Ik zal straks gelegenheid hebben u een andere volstrekt-afdoende zelfbestrijding van onzen schrijver te toonen, laat ons nu echter even een terugblik werpen en onderzoeken hoe Mevr. Holst en hij ertoe gekomen zijn, de door ons bestreden onjuistheden te zeggen. Wij dan hebben aangetoond of waarschijnlijk gemaakt, at de neiging tot het uitpluizen van "volslagen onbelangrijke levenssneden" gevolg is van den betrokken kunstenaarsaanleg; wij hebben waarschijnlijk gemaakt, dat deze kunstenaars juist als nabloei van het naturalisme verschenen, omdat zij daardoor gewekt zijn, daardoor pas tot schrijven zijn gekomen. Mevr. Holst niet aldus, zij wijt het bestaan dezer kleine kunst aan de scheiding van zedelijk en aesthetisch ideaal terwijl wij hebben aangetoond, dat een kunstenaar als zoodanig, d.i. een ziener en ontdekker der noodwendigheid niet door het eerste k